MONOLITH LAW OFFICE+81-3-6262-3248Weekdagen 10:00-18:00 JST [English Only]

MONOLITH LAW MAGAZINE

General Corporate

Uitleg over obligaties met warrants volgens de Japanse vennootschapswet

General Corporate

Uitleg over obligaties met warrants volgens de Japanse vennootschapswet

Onder de Japanse vennootschapswetgeving zijn obligaties met warrants een belangrijk financieel instrument voor bedrijven om kapitaal aan te trekken. Dit instrument combineert twee verschillende soorten effecten: obligaties en warrants. Obligaties zijn schuldinstrumenten die door bedrijven worden uitgegeven, terwijl warrants het recht geven om onder bepaalde voorwaarden in de toekomst aandelen van het bedrijf te verwerven. Obligaties met warrants bieden bedrijven de mogelijkheid tot flexibele financiering en bieden investeerders zowel stabiele inkomsten als obligaties en groeimogelijkheden als aandelen. Dit financiële product is duidelijk gedefinieerd onder de Japanse vennootschapswet, en er zijn specifieke wettelijke vereisten voor de uitgifte, overdracht en uitoefening van rechten.

Het meest kenmerkende aspect van obligaties met warrants is dat de componenten, namelijk de obligaties en de warrants, afzonderlijk overdraagbaar zijn. Deze scheidbaarheid betekent dat investeerders het obligatiegedeelte kunnen verkopen om hun investering terug te verdienen, terwijl ze het warrantgedeelte behouden om te profiteren van toekomstige stijgingen van de aandelenkoers. Bovendien, zelfs als de warrants worden uitgeoefend, blijven de obligaties zelf bestaan als schuld. Deze eigenschappen stellen uitgevende bedrijven in staat om onmiddellijk kapitaal aan te trekken via het obligatiegedeelte, terwijl ze tegelijkertijd toekomstige aandelenparticipatie bevorderen via het warrantgedeelte, wat een complexere financieringsstrategie mogelijk maakt. Voor investeerders biedt dit de mogelijkheid om liquiditeit te waarborgen door de obligaties te verkopen, terwijl ze tegelijkertijd het potentieel voor waardestijging van de warrants behouden, of andersom, waardoor de keuzemogelijkheden binnen hun investeringsstrategie worden vergroot. In dit artikel worden de juridische aard van obligaties met warrants, de verschillen met converteerbare obligaties met warrants, de uitgifteprocedure, overdracht en de uitoefening van warrants gedetailleerd uitgelegd op basis van de Japanse wetgeving. Dit biedt een basis voor degenen die geïnteresseerd zijn in de Japanse bedrijfsfinanciering om dit complexe financiële product diepgaand te begrijpen.

De Eigenschappen van Japanse Obligaties met Aandelenopties

Obligaties met aandelenopties zijn onder de Japanse vennootschapswet duidelijk gedefinieerd in hun juridische aard. Dit betreft een effect dat zowel obligaties als aandelenopties combineert, zoals gedefinieerd in artikel 2, nummer 22 van de Japanse vennootschapswet. Deze definitie toont aan dat obligaties met aandelenopties niet louter schuldpapieren zijn, maar complexe financiële producten die het recht op toekomstige aandelenverwerving omvatten.

Het belangrijkste kenmerk van obligaties met aandelenopties is dat de componenten, namelijk de obligaties en de aandelenopties, afzonderlijk overdraagbaar zijn. Deze scheidbaarheid betekent dat investeerders, afhankelijk van de marktomstandigheden, de obligatie- en aandelenoptiedelen afzonderlijk kunnen verhandelen. Bijvoorbeeld, een investeerder kan het obligatiedeel aan een derde partij overdragen en daarmee kapitaal verkrijgen, terwijl hij het aandelenoptiedeel behoudt om te profiteren van toekomstige koersstijgingen. Zelfs wanneer de aandelenoptie wordt uitgeoefend, blijft de obligatie zelf bestaan als een schuld. Artikel 260 van de Japanse vennootschapswet bepaalt dat zelfs als de obligatie wordt afgelost, de aandelenoptie niet vervalt. Deze bepaling maakt duidelijk dat de aandelenoptie en de obligatie elk een onafhankelijke juridische status hebben.

Deze scheidbaarheid biedt aanzienlijke strategische flexibiliteit voor zowel de uitgevende onderneming (vanuit het oogpunt van kapitaalstructuurbeheer en het aantrekken van diverse investeerdersgroepen) als de investeerders (vanuit het oogpunt van risicobeheer, liquiditeit en gepersonaliseerde investeringsstrategieën). Hierdoor wordt een complexere en verfijndere financiële engineering mogelijk dan bij eenvoudige converteerbare obligaties met aandelenopties. Bedrijven kunnen de voorwaarden van het obligatiedeel en het aandelenoptiedeel afzonderlijk ontwerpen en optimaliseren, afhankelijk van hun financieringsdoelen en de marktvraag. Investeerders kunnen, afhankelijk van hun investeringsdoelen en risicotolerantie, selectief streven naar de stabiele opbrengst van de obligatie of de groeimogelijkheden door de aandelenoptie om te zetten in aandelen, waardoor een breder scala aan investeringsstrategieën mogelijk wordt.

Verschillen en Overeenkomsten tussen Japanse Obligaties met Aandelenopties en Converteerbare Obligaties met Aandelenopties

Een financieel product dat vaak wordt verward met obligaties met aandelenopties, is de converteerbare obligatie met aandelenopties. Beide producten combineren obligaties met aandelenopties, maar er zijn cruciale verschillen in hun juridische aard en functie onder de Japanse wetgeving.

Converteerbare obligaties met aandelenopties worden gedefinieerd in artikel 2, nummer 23 van de Japanse vennootschapswet (Japanse vennootschapswet). Wanneer de aandelenoptie wordt uitgeoefend, wordt de obligatie omgezet in aandelen en verdwijnt de obligatie. Dit betekent dat investeerders de nominale waarde van de obligatie gebruiken voor de betaling van de aandelen, waardoor de obligatie verandert in aandelen. Hierdoor zijn de obligatie en de aandelenoptie onscheidbaar en kunnen ze niet afzonderlijk worden overgedragen.

Daarentegen blijven bij obligaties met aandelenopties de obligaties bestaan, zelfs als de aandelenoptie wordt uitgeoefend. Investeerders moeten een aparte betaling doen bij het uitoefenen van de aandelenoptie. Omdat de obligatie en de aandelenoptie gescheiden kunnen worden, kunnen investeerders de obligatie behouden terwijl ze de aandelenoptie uitoefenen en nieuwe aandelen verwerven. Dit fundamentele verschil heeft een grote invloed op het risicoprofiel en de rendementen, evenals op de doelen van de uitgevende bedrijven. Bij obligaties met aandelenopties kunnen investeerders genieten van een “hybride” rendement door zowel inkomsten uit de obligatie als waardestijging van de aandelen te verkrijgen. Aan de andere kant fungeren converteerbare obligaties met aandelenopties als een tijdelijke vervanging en openen ze directer de weg naar aandelen, waardoor na conversie volledig afhankelijk wordt van de prestaties van de aandelen. Dit onderscheid is van groot belang voor investeerders die financiële producten evalueren en voor bedrijven die hun kapitaalstructuur ontwerpen.

Vergelijkingstabel: Japanse Obligaties met Aandelenopties en Converteerbare Obligaties met Aandelenopties

ItemObligaties met AandelenoptiesConverteerbare Obligaties met Aandelenopties
Definitie onder de Japanse vennootschapswetArtikel 2, nummer 22 van de Japanse vennootschapswetArtikel 2, nummer 23 van de Japanse vennootschapswet
Scheidbaarheid van obligatie en aandelenoptieScheidbaarOnschedbaar
Behandeling van obligatie bij uitoefening van aandelenoptieObligatie blijft bestaanObligatie verdwijnt (omgezet in aandelen)
Betaling bij uitoefening van aandelenoptieAparte betaling vereistNominale waarde van obligatie wordt gebruikt
Flexibiliteit van uitgifteOnafhankelijk beheer van kapitaalverhoging en aandelenuitgifteHoofdzakelijk kapitaalverhoging door aandelenconversie

Uitgifte van Obligaties met Aandelenopties

Bij de uitgifte van obligaties met aandelenopties zijn strikte procedures en vereisten volgens de Japanse vennootschapswetgeving noodzakelijk. Bedrijven moeten eerst de details vaststellen met betrekking tot de uitgifte van obligaties met aandelenopties. Artikel 249 van de Japanse vennootschapswet verplicht het vaststellen van gedetailleerde zaken zoals het aantal uit te geven obligaties met aandelenopties, de waarde van elke obligatie, de inhoud van de aandelenopties, de voorwaarden voor uitoefening, en het bedrag dat bij uitoefening van de aandelenopties moet worden betaald. Vooral het bedrag dat bij uitoefening van de aandelenopties moet worden betaald, is een belangrijk element zoals bepaald in artikel 242, lid 1 van de Japanse vennootschapswet.

Naast het vaststellen van de uitgiftevoorwaarden, bepaalt artikel 250 van de Japanse vennootschapswet de beslissing over de uitgifte aan specifieke personen en de rechten op inschrijving van obligaties met aandelenopties. In het besluitvormingsproces voor de uitgifte is in principe een besluit van de raad van bestuur voldoende. Echter, in specifieke situaties, zoals wanneer de uitgifte onder “gunstige voorwaarden” voor bestaande aandeelhouders plaatsvindt, is een bijzondere resolutie van de aandeelhoudersvergadering vereist volgens artikel 251 van de Japanse vennootschapswet. Dit is een belangrijke bepaling ter bescherming van de belangen van bestaande aandeelhouders.

Hoewel veel uitgiftevoorwaarden door een besluit van de raad van bestuur kunnen worden vastgesteld, wijst het feit dat artikel 251 van de Japanse vennootschapswet een bijzondere resolutie van de aandeelhoudersvergadering vereist in het geval van een “gunstige uitgifte” erop dat de Japanse vennootschapswetgeving sterk de nadruk legt op de bescherming tegen verwatering van bestaande aandeelhouders en oneerlijke bevoordeling. Dit is niet slechts een procedurele vereiste, maar functioneert als een belangrijke waarborg voor de bescherming van aandeelhouders. Dit suggereert dat de Japanse corporate governance transparantie en instemming van aandeelhouders hoog in het vaandel heeft staan wanneer financiële instrumenten zoals obligaties met aandelenopties op een manier worden uitgegeven die nadelig kan zijn voor bestaande aandeelhouders. Bedrijven moeten de uitgiftevoorwaarden zorgvuldig overwegen om deze hogere goedkeuringsnormen te vermijden. Dit is een punt dat in overweging moet worden genomen, aangezien het de financieringsprocedure kan compliceren en vertragen.

Als onderdeel van de uitgifteprocedure worden de aanvraag, toewijzing en betaling van obligaties met aandelenopties uitgevoerd volgens artikel 253 en 254 van de Japanse vennootschapswet. Bedrijven stellen een betaaldatum of betalingsperiode vast, en investeerders doen hun betalingen overeenkomstig deze voorwaarden.

Overdracht van Obligaties met Aandelenopties in Japan

Obligaties met aandelenopties bieden een hoge mate van flexibiliteit doordat de obligaties en de aandelenopties, die de samenstellende elementen zijn, afzonderlijk overdraagbaar zijn. De Japanse vennootschapswetgeving voorziet in bepalingen met betrekking tot deze overdracht.

Bedrijven moeten een register van obligaties met aandelenopties bijhouden om de eigenaars van deze obligaties te beheren. Artikel 255 van de Japanse vennootschapswet bepaalt de verplichting tot het opstellen van dit register en de daarin op te nemen gegevens. Daarnaast specificeert artikel 256 van de Japanse vennootschapswet de specifieke gegevens die in het register moeten worden opgenomen, zoals het aantal obligaties met aandelenopties, het bedrag, de naam of benaming en het adres van de verkrijger, en zaken met betrekking tot de overdracht.

Bovendien kunnen bedrijven ook obligatiecertificaten met aandelenopties uitgeven. Volgens artikel 257 van de Japanse vennootschapswet treedt de overdracht van deze certificaten in werking door de levering van het certificaat. Dit bepaalt de overdrachtsmethode wanneer het certificaat fysiek bestaat, terwijl bij niet-uitgifte van certificaten de registratie in het register een vereiste is voor de tegenwerpelijkheid van de overdracht.

De mogelijkheid om obligaties en aandelenopties afzonderlijk en onafhankelijk over te dragen, verhoogt de marktliquiditeit en flexibiliteit voor investeerders. Echter, het feit dat artikel 255 van de Japanse vennootschapswet de opstelling van een register van obligaties met aandelenopties verplicht stelt en artikel 256 de registratievereisten specificeert, betekent dat bedrijven de eigenaarsinformatie moeten blijven bijhouden. Bovendien erkent artikel 257 van de Japanse vennootschapswet de facultatieve uitgifte van obligatiecertificaten met aandelenopties, waardoor bij uitgifte de overdracht door levering van het certificaat effectief wordt, wat het moeilijker kan maken om eigendom in real-time te volgen dan bij een registratiesysteem. Dit dubbele systeem weerspiegelt een balans tussen de vrije overdraagbaarheid van deze financiële producten (wat ten goede komt aan investeerders en marktefficiëntie) en het vermogen van de uitgevende bedrijven om de gegevens van obligatiehouders en houders van aandelenopties te beheren voor administratieve doeleinden zoals rentebetalingen, kennisgevingen van uitoefening van aandelenopties, en kennisgevingen van aandeelhoudersvergaderingen na omzetting.

Uitoefening van het Recht op Aandelenopties

De uitoefening van het recht op aandelenopties dat is toegekend aan obligaties met aandelenopties, gebeurt volgens specifieke voorwaarden en procedures. Wanneer het recht op aandelenopties wordt uitgeoefend, geeft het bedrijf nieuwe aandelen uit. In dit geval moet de houder van het recht op aandelenopties, in overeenstemming met artikel 242, lid 1 van de Japanse vennootschapswet, een afzonderlijk vastgesteld bedrag aan de onderneming betalen. Dit verschilt van de situatie bij converteerbare obligaties met aandelenopties, waarbij de nominale waarde van de obligatie wordt gebruikt voor de betaling.

De scheidbaarheid van het recht op aandelenopties en de obligaties komt ook duidelijk naar voren bij de uitoefening. Bijvoorbeeld, zelfs nadat de obligaties zijn afgelost, blijft het recht op aandelenopties bestaan en kan het nog steeds worden uitgeoefend binnen de uitoefenperiode. Artikel 260 van de Japanse vennootschapswet specificeert dit duidelijk. Bovendien bepaalt artikel 262 van de Japanse vennootschapswet dat de uitoefening van het recht op aandelenopties onafhankelijk van de aflossing van de obligaties plaatsvindt, wat de onafhankelijkheid van beide verder ondersteunt.

Het feit dat het recht op aandelenopties blijft bestaan, zelfs nadat de obligaties zijn afgelost, en dat de uitoefening van het recht onafhankelijk van de aflossing van de obligaties plaatsvindt, betekent dat deze twee componenten elk een verschillende “levenscyclus” en evaluatiefactoren hebben. De waarde van de obligaties wordt beïnvloed door rente en kredietrisico, terwijl de waarde van het recht op aandelenopties wordt beïnvloed door de aandelenkoers van de onderliggende activa, volatiliteit en de resterende looptijd. Deze onafhankelijkheid creëert complexiteit voor zowel de uitgevende onderneming (die zowel schulden als aandelenkapitaal beheert) als de investeerders (die het gecombineerde financiële product evalueren en beslissen wanneer elke component moet worden uitgeoefend of verkocht). Dit maakt verfijnde arbitragestrategieën mogelijk, maar vereist tegelijkertijd een diepgaand begrip van zowel de schuld- als de aandelenmarkten.

Het recht op aandelenopties heeft doorgaans een vastgestelde uitoefenperiode. Artikel 261 van de Japanse vennootschapswet regelt de verjaring van het recht op aandelenopties, en na het verstrijken van deze uitoefenperiode vervalt het recht op aandelenopties. Daarom moeten houders van het recht op aandelenopties de juiste procedures binnen de vastgestelde periode volgen om hun rechten niet te verliezen.

Relevante Japanse Rechtspraak

Obligaties met warrants zijn door hun aard complexe financiële instrumenten en kunnen in juridische geschillen over hun interpretatie en waardering betrokken raken. Een relevante Japanse rechtspraak is het vonnis van de Tokyo District Court van 3 februari 1991.

Dit vonnis richtte zich op de kwestie van hoe de eerlijke waarde van obligaties met warrants moet worden bepaald in een zaak die betrekking had op hun waardering. Aangezien obligaties met warrants kunnen worden opgesplitst in een obligatiegedeelte en een warrantgedeelte, die elk een onafhankelijke marktwaarde kunnen hebben, is de algehele waardering ervan niet eenvoudig. De rechtbank stond voor de uitdaging om bij het bepalen van de waarde van dergelijke complexe financiële instrumenten zowel de rente en het kredietrisico van het obligatiegedeelte als de aandelenkoersschommelingen en de uitoefenperiode van het warrantgedeelte (bijvoorbeeld door toepassing van een optiewaarderingsmodel) in overweging te nemen. Dit vonnis suggereert dat niet alleen de juridische aard van obligaties met warrants, maar ook de berekening van hun economische waarde gespecialiseerde kennis vereist.

Het bestaan van rechtspraak die specifiek gericht is op de “waardering” van obligaties met warrants, wijst op de inherente complexiteit van deze financiële producten. Vooral hun opsplitsbare aard kan leiden tot geschillen die juridische interpretatie vereisen. De rechtbank houdt zich niet alleen bezig met het toepassen van definities, maar ook met de praktische financiële implicaties en waarderingsmethodologieën. Dit suggereert dat, hoewel de Japanse wetgeving een kader biedt voor deze financiële producten, de toepassing ervan in de praktijk, met name met betrekking tot eerlijke waarde, tot ambiguïteit en meningsverschillen kan leiden. Daarom betekent dit dat, hoewel de juridische structuur duidelijk is, er bij geschillen over financiële implicaties en waardering behoefte is aan zorgvuldige overweging en gespecialiseerde financiële en juridische adviezen. Dit benadrukt de noodzaak van robuuste waarderingsmodellen en duidelijke contractvoorwaarden om toekomstige rechtszaken te vermijden.

Samenvatting

In dit artikel hebben we een gedetailleerde uitleg gegeven over obligaties met warrants onder de Japanse vennootschapswet, inclusief hun juridische aard, de verschillen met converteerbare obligaties met warrants, en de verschillende aspecten zoals uitgifte, overdracht en uitoefening van de warrants. Obligaties met warrants hebben de unieke eigenschap dat de obligaties en de warrants afzonderlijk overdraagbaar zijn. Dit maakt ze een flexibele financieringsoptie voor bedrijven en een financieel product dat diverse investeringsstrategieën voor investeerders mogelijk maakt. Elke fase van uitgifte tot uitoefening is onderworpen aan strikte procedures en vereisten volgens de Japanse vennootschapswet, en het is van cruciaal belang om deze juridische kaders nauwkeurig te begrijpen.

Monolith Advocatenkantoor beschikt over uitgebreide ervaring en diepgaande expertise in Japanse bedrijfsjuridische zaken, met name in complexe financiële producten zoals obligaties met warrants. Ons team van advocaten is goed op de hoogte van de nieuwste wettelijke interpretaties en praktijknormen in dit vakgebied en biedt nauwkeurige en praktische adviezen voor de diverse juridische uitdagingen waarmee bedrijven worden geconfronteerd. Daarnaast hebben we meerdere advocaten in dienst die in het bezit zijn van buitenlandse advocatenkwalificaties en Engels spreken, waardoor we internationale cliënten krachtig kunnen ondersteunen bij het begrijpen van het complexe Japanse rechtssysteem en het soepel uitvoeren van hun bedrijfsactiviteiten. Neem gerust contact op met Monolith Advocatenkantoor voor advies over obligaties met warrants of andere juridische ondersteuning met betrekking tot de Japanse vennootschapswet.

Managing Attorney: Toki Kawase

The Editor in Chief: Managing Attorney: Toki Kawase

An expert in IT-related legal affairs in Japan who established MONOLITH LAW OFFICE and serves as its managing attorney. Formerly an IT engineer, he has been involved in the management of IT companies. Served as legal counsel to more than 100 companies, ranging from top-tier organizations to seed-stage Startups.

Terug naar boven