Uitleg over insolventieprocedures in het Japanse vennootschapsrecht

Ondernemingsbeheer kan soms geconfronteerd worden met ernstige financiële moeilijkheden. Het Japanse rechtssysteem biedt een verfijnd juridisch kader om op dergelijke crisissituaties te reageren, niet door ze simpelweg als een zakelijke mislukking te beschouwen, maar door te streven naar een geordende oplossing. Dit kader is verdeeld in twee strategische richtingen. De eerste is een ‘liquidatieproces’, gericht op het ordenen van de bedrijfsactiva en het eerlijk verdelen ervan onder de schuldeisers. De tweede is een ‘reorganisatieproces’, waarbij het voortbestaan van de onderneming voorop staat en waarbij financiële en organisatorische herstructurering wordt nagestreefd om herstel te bewerkstelligen. Deze juridische procedures kunnen worden gezien als een strategische toolkit die moet worden gekozen op basis van de situatie van het bedrijf. Voor aandeelhouders en managers is het van cruciaal belang om deze opties grondig te begrijpen om de waarde van het bedrijf in crisistijden te beschermen, hun fiduciaire verantwoordelijkheden na te komen en weloverwogen beslissingen te nemen op basis van informatie. In dit artikel zullen we de vier belangrijkste juridische procedures onder het Japanse insolventierecht – faillissement, speciale liquidatie, civiele rehabilitatie en bedrijfsherstel – analyseren en vergelijken op basis van hun kenmerken, verschillen en de behandeling van zekerheidsrechten, en we zullen dit alles toelichten vanuit een professioneel perspectief, inclusief recente jurisprudentie.
Het Algemene Beeld van Insolventieprocedures in Japan
De Japanse wetgeving stelt vier hoofdtypen insolventieprocedures vast die onder toezicht van de rechtbank plaatsvinden. Deze procedures zijn in eerste instantie onderverdeeld in twee doeleinden. De eerste is de ‘liquidatieprocedure’, die tot doel heeft de bedrijfsactiviteiten te staken en de rechtspersoonlijkheid te beëindigen, waaronder faillissementsprocedures en speciale liquidatieprocedures vallen. De tweede is de ‘reorganisatieprocedure’, gericht op het herstructureren van het bedrijf terwijl de bedrijfsactiviteiten voortgezet worden, waaronder civiele rehabilitatieprocedures en bedrijfsherstelprocedures vallen.
Verder kunnen deze procedures ook geclassificeerd worden op basis van wie de leiding heeft over de procedure. De ene categorie wordt ‘curateleprocedures’ genoemd, waarbij een neutrale expert (curator) aangesteld door de rechtbank de controle over het bedrijfsbeheer en het vermogensbeheer overneemt om de procedure te leiden. Faillissementsprocedures en bedrijfsherstelprocedures behoren tot deze categorie. De andere categorie wordt ‘DIP-procedures’ (Debtor in Possession) genoemd, waarbij in principe het bestaande management de controle over het bedrijfsbeheer behoudt en zelf de reorganisatie of liquidatie uitvoert. Speciale liquidatieprocedures en civiele rehabilitatieprocedures vallen onder dit type.
Deze dubbele classificatie, namelijk de keuze tussen ‘liquidatie of reorganisatie’ en ‘curatele of DIP’, illustreert duidelijk het strategische dilemma waarmee bedrijven in financiële crisis worden geconfronteerd. De keuze van de procedure is niet alleen een kwestie van het selecteren van een juridische vorm, maar omvat ook een managementbeoordeling over de levensvatbaarheid van het bedrijf en een cruciale beslissing over het al dan niet behouden van de controle over het management. Als bijvoorbeeld herstructurering het doel is en het management de controle wil behouden, kan men kiezen voor een civiele rehabilitatieprocedure, maar als schuldeisers of de rechtbank oordelen dat het bestaande management verantwoordelijk is voor het falen van het bedrijf, kan een bedrijfsherstelprocedure met een externe curator worden gekozen. Daarom moet het management niet alleen de financiële levensvatbaarheid van het bedrijf beoordelen, maar ook objectief de mate van vertrouwen van stakeholders inschatten.
Liquidatieprocedures bij Faillissement: Het Liquidatieproces van Bedrijfsactiva in Japan
Liquidatieprocedures zijn bedoeld voor situaties waarin het voortzetten van de bedrijfsactiviteiten van een onderneming niet langer haalbaar is. Door de activa van het bedrijf te liquideren en om te zetten in geld, wordt een eerlijke verdeling onder de schuldeisers bewerkstelligd, waarmee het bedrijf juridisch wordt beëindigd.
Faillissementsprocedures onder Japans recht
De faillissementsprocedure is de meest fundamentele en krachtige liquidatieprocedure gebaseerd op de Japanse Faillissementswet. In het geval van rechtspersonen wordt de procedure gestart door een beslissing van de rechtbank wanneer ‘onvermogen tot betalen’ (een objectieve staat waarin een schuldenaar niet in staat is om algemeen en continu te betalen voor schulden die betaalbaar zijn vanwege een gebrek aan betalingscapaciteit) zoals gedefinieerd in artikel 15 van de Japanse Faillissementswet, of ‘overmatige schulden’ (een staat waarin een schuldenaar niet in staat is om zijn schulden volledig te betalen met zijn bezittingen) zoals gedefinieerd in artikel 16, wordt erkend.
Zodra de procedure is gestart, wijst de rechtbank een neutrale advocaat aan als ‘faillissementsbeheerder’. Volgens artikel 2, lid 12 van de Japanse Faillissementswet heeft de faillissementsbeheerder het exclusieve recht om het vermogen van het bedrijf te beheren en te beschikken. Hierdoor verliezen de bestaande managers alle beheerrechten en het recht om eigendommen te vervreemden, en voert de faillissementsbeheerder een reeks liquidatietaken uit, zoals het onderzoeken, beveiligen, liquideren van bedrijfsactiva en het verdelen van de opbrengsten aan schuldeisers volgens de wettelijke prioriteitsvolgorde.
Een belangrijk kenmerk van deze procedure is dat het niet de instemming van de schuldeisers vereist om te beginnen. Als de rechtbank een objectieve staat van faillissement vaststelt, gaat de procedure dwingend door. Dit is een systeemontwerp om neutraliteit te herstellen en de belangen van alle schuldeisers eerlijk te beschermen in situaties waarin er hevige conflicten zijn tussen schuldeisers of wanneer het vertrouwen in het management verloren is gegaan. De faillissementsbeheerder heeft een krachtige bevoegdheid genaamd ‘het recht van betwisting’, waarmee oneerlijke betalingen die voor de start van de faillissementsprocedure zijn gedaan, ongeldig kunnen worden gemaakt, en speelt een rol in het daadwerkelijk waarborgen van het principe van gelijkheid van schuldeisers. Daarom wordt de faillissementsprocedure gepositioneerd als de laatste optie wanneer andere coöperatieve oplossingen onmogelijk zijn.
Speciale Liquidatieprocedures Onder Japans Vennootschapsrecht
Speciale liquidatieprocedures zijn eenvoudige liquidatieprocedures die alleen beschikbaar zijn voor aandelenvennootschappen onder artikel 510 en volgende van het Japanse Vennootschapsrecht. Deze procedure begint nadat een bedrijf is ontbonden door een speciale resolutie van de algemene vergadering van aandeelhouders en de normale liquidatieprocedure is ingegaan, en wordt gestart in gevallen waar er een vermoeden is van insolventie of andere significante obstakels voor de uitvoering van de liquidatie.
In tegenstelling tot faillissementsprocedures wordt de procedure niet geleid door een door de rechtbank aangestelde externe curator, maar door een ‘liquidateur’ van het bedrijf. De liquidateur is vaak een voormalig bestuurder en de procedure wordt een DIP (Debtor in Possession)-type procedure, waarbij het management een bepaalde mate van controle behoudt.
Het hart van deze procedure ligt in het bereiken van overeenstemming met de schuldeisers. Specifiek wordt de liquidatie voortgezet door het aannemen van een terugbetalingsplan, ‘overeenkomst’ genoemd, tijdens de schuldeisersvergadering, of door het sluiten van een ‘schikking’ met individuele schuldeisers. Voor de goedkeuring van de overeenkomst is de instemming van meer dan de helft van de aanwezige stemgerechtigde schuldeisers en meer dan twee derde van het totale bedrag van de stemrechten vereist. Zoals duidelijk wordt uit deze vereisten, gaat de speciale liquidatie uit van een coöperatieve situatie waarin er voorafgaande overeenstemming is bereikt over het liquidatieplan met de belangrijkste schuldeisers. Als de instemming van de schuldeisers niet wordt verkregen, mislukt de procedure en gaat deze in veel gevallen over in een faillissementsprocedure.
Vanwege de aard van het bereiken van overeenstemming, heeft de speciale liquidatie het voordeel dat het sneller en tegen lagere kosten kan worden voltooid dan faillissementsprocedures. Het wordt met name vaak gebruikt in gevallen waarin een moederbedrijf een dochteronderneming liquideert en de schuldeisers beperkt en coöperatief zijn.
Vergelijking tussen faillissement en speciale liquidatie onder Japans recht
De onderstaande tabel vat de belangrijkste verschillen samen tussen faillissementsprocedures en speciale liquidatieprocedures in Japan.
Aspect | Faillissementsprocedure | Speciale liquidatieprocedure |
Wettelijke basis | Japanse Faillissementswet | Japanse Vennootschapswet |
Gebruikers | Alle rechtspersonen & individuen | Alleen naamloze vennootschappen |
Procedurele leiding | Door de rechtbank aangestelde faillissementsbeheerder (beheermodel) | Liquidateurs van de vennootschap (DIP-model) |
Toestemming van schuldeisers | Niet nodig voor aanvang | Nodig voor goedkeuring van de overeenkomst |
Duur & kosten | Over het algemeen langdurig & kostbaar | Over het algemeen kortdurend & minder kostbaar |
Belangrijkste bevoegdheden | Sterke verwerpingbevoegdheid van de faillissementsbeheerder | Flexibele oplossingen gebaseerd op overeenstemming met schuldeisers |
Herstructurering van Insolventieprocedures: Gericht op de Revitalisering van Bedrijven in Japan
Herstructureringsprocedures zijn bedoeld voor bedrijven die financieel in zwaar weer verkeren, maar waarvan de onderneming zelf nog waardevol is en de potentie heeft om te blijven bestaan. Het doel is om deze bedrijven een nieuwe kans te geven.
De Civiele Rehabilitatieprocedure Onder Japans Recht
De civiele rehabilitatieprocedure is gebaseerd op de Japanse Civiele Rehabilitatiewet en heeft als doel het herstel van de bedrijfsvoering of het economische leven van de schuldenaar. Het grootste voordeel van deze procedure is de flexibiliteit; het staat open voor allerlei ondernemers, van naamloze vennootschappen tot vennootschappen onder firma en zelfstandige ondernemers.
In principe verloopt de procedure volgens het DIP-model (Debtor in Possession), waarbij het bestaande management de controle over het bedrijf behoudt en de onderneming voortzet terwijl zij zelf een herstructureringsplan opstellen en uitvoeren. Artikel 38, lid 1, van de Japanse Civiele Rehabilitatiewet bepaalt dat de schuldenaar na de aanvang van de rehabilitatieprocedure het recht behoudt om zijn bedrijfsactiviteiten uit te voeren en zijn eigendommen te beheren en te vervreemden. Ook de rechten van de aandeelhouders blijven in principe ongewijzigd.
Echter, er zijn belangrijke beperkingen aan deze procedure. Een daarvan is de behandeling van de rechten van schuldeisers met zekerheidsrechten (voornamelijk financiële instellingen). In de civiele rehabilitatieprocedure hebben deze schuldeisers een ‘separatistisch recht’, wat betekent dat zij in principe onafhankelijk van de procedure de activa die als zekerheid dienen (zoals fabrieken of machines) kunnen opeisen en verkopen om hun vorderingen te innen. Dit houdt een risico in dat essentiële activa voor de voortzetting van de onderneming verloren kunnen gaan.
Daarom is het voor het slagen van de civiele rehabilitatieprocedure in de praktijk essentieel om voorafgaand aan de aanvraag te onderhandelen met de belangrijkste schuldeisers met zekerheidsrechten en een samenwerkingsrelatie op te bouwen, zoals het uitstellen van de uitoefening van hun zekerheidsrechten. De procedure bepaalt dat een herstructureringsplan wordt goedgekeurd door een meerderheid van de stemgerechtigde schuldeisers en door schuldeisers die samen een meerderheid van het totale schuldbedrag vertegenwoordigen tijdens de schuldeisersvergadering, waarmee de weg naar herstel wordt vastgelegd.
Herstructureringsprocedures voor Bedrijven onder Japans Recht
Herstructureringsprocedures voor bedrijven zijn gebaseerd op de Japanse Corporate Reorganization Act (会社更生法) en behoren tot de krachtigste herstructureringstools die beschikbaar zijn. Vanwege hun kracht zijn ze beperkt tot naamloze vennootschappen en worden ze voornamelijk gebruikt voor de herstructurering van grote ondernemingen.
Deze procedure is curator-geleid en zodra het proces start, wijst de rechtbank onmiddellijk een ‘reorganisatiecurator’ aan, waarna het bestaande managementteam wordt ontslagen. Alle bevoegdheden met betrekking tot het beheer en de beschikking over het vermogen van de onderneming worden gecentraliseerd bij de reorganisatiecurator.
Het meest kenmerkende aspect van de herstructureringsprocedures voor bedrijven is dat het de uitoefening van rechten door zekerheidsgerechtigden kan opschorten, iets wat niet beperkt kan worden in civiele herstructureringsprocedures. Zekerheidsgerechtigden hebben geen recht op afzonderlijke uitsluiting en hun vorderingen worden behandeld als ‘reorganisatiezekerheden’ binnen de procedure, waarbij ze onderworpen kunnen worden aan verminderingen of uitstel van betalingen volgens het reorganisatieplan. Bovendien kunnen de rechten van aandeelhouders ingrijpend worden gewijzigd, waarbij in veel gevallen een kapitaalvermindering van 100% plaatsvindt (waardoor alle rechten van bestaande aandeelhouders teniet worden gedaan).
Zo bieden de herstructureringsprocedures voor bedrijven een systeem dat gericht is op een volledige herstructurering van een onderneming onder leiding van een externe expert, de curator, door de rechten van alle belanghebbenden, inclusief zekerheidsgerechtigden en aandeelhouders, fundamenteel aan te passen. Vanwege de kracht van deze procedure is het een complex proces dat hoge kosten met zich meebrengt en veel tijd in beslag neemt. Voor het management betekent het kiezen voor deze procedure het opofferen van hun eigen positie om het bedrijf te redden, wat een ingrijpende beslissing inhoudt.
Vergelijking tussen Civiele Rehabilitatie en Bedrijfsherstructurering in Japan
De onderstaande tabel vat de belangrijkste verschillen samen tussen de procedures voor civiele rehabilitatie en bedrijfsherstructurering.
Aspect | Civiele Rehabilitatieprocedure | Bedrijfsherstructureringsprocedure |
Wettelijke basis | Japanse Wet op Civiele Rehabilitatie | Japanse Wet op Bedrijfsherstructurering |
Gebruikers | Alle rechtspersonen & individuen | Alleen naamloze vennootschappen |
Procedurele leiding | Huidig management (DIP-model) | Door de rechtbank aangestelde herstructureringsbeheerder (beheermodel) |
Behandeling van zekerheidsrechten | Recht op uitzondering (uitoefening van rechten mogelijk buiten de procedure) | Geen recht op uitzondering (behandeld als herstructureringszekerheid binnen de procedure) |
Rechten van aandeelhouders | In principe ongewijzigd | Wijzigbaar (inclusief 100% kapitaalvermindering) |
Voornaamste gebruiksscenario’s | Midden- en kleinbedrijf, wanneer samenwerking met zekerheidshouders te verwachten is | Grote ondernemingen, wanneer een fundamentele herstructurering noodzakelijk is |
De behandeling van zekerheidsrechten in faillissementsprocedures onder Japans recht
In faillissementsprocedures is de manier waarop zekerheidsrechten worden behandeld van cruciaal belang voor het succes of falen van de procedure.
Separatie
Separaat houderschap is het recht van een schuldeiser met een zekerheidsrecht op een bepaald goed om buiten de faillissementsprocedure om zijn recht uit te oefenen en voorrang te krijgen op andere schuldeisers voor betaling. Dit recht is wettelijk verankerd in artikel 65 van de Japanse Faillissementswet en artikel 53 van de Japanse Wet op Civiele Rehabilitatie.
De aanwezigheid van dit recht heeft een grote impact op de procedure. Als bijvoorbeeld een bedrijf dat civiele rehabilitatie nastreeft een fabriek heeft die essentieel is voor de bedrijfsvoering en er een hypotheekrecht van een bank op rust, kan de bank door het uitoefenen van het separaat houderschap de fabriek veilen, waardoor bedrijfscontinuïteit onmogelijk wordt. Zelfs als juridisch de procedure voor civiele rehabilitatie wordt gestart, zal zonder de medewerking van de zekerheidsgerechtigde de herstructurering in de praktijk mislukken.
Daarom splitst de aanwezigheid van separaat houderschap de faillissementsprocedure in twee aspecten. Enerzijds is er de officiële procedure gericht op een eerlijke verdeling tussen onbeveiligde schuldeisers onder toezicht van de rechtbank. Anderzijds zijn er de uiterst belangrijke onderhandelingen met de zekerheidsgerechtigden die achter de schermen plaatsvinden. Voor het management dat kiest voor civiele rehabilitatie is het een absolute voorwaarde voor succes om voorafgaand aan de aanvraag een ‘standstill agreement’ (een overeenkomst om de uitoefening van zekerheidsrechten tijdelijk op te schorten) met de belangrijkste financiële instellingen te sluiten.
Rehabilitatiezekerheidsrecht
In de procedure van bedrijfsrehabilitatie wordt separaat houderschap niet erkend. Zodra de procedure start, wordt de uitvoering van alle zekerheidsrechten automatisch verboden. De rechten van de zekerheidsgerechtigden veranderen in een ‘rehabilitatiezekerheidsrecht’ en worden net als andere schulden onderworpen aan wijzigingen binnen het rehabilitatieplan. De juridische basis hiervoor is te vinden in de Japanse Wet op Bedrijfsrehabilitatie, waar bijvoorbeeld artikel 2, lid 10, het rehabilitatiezekerheidsrecht definieert en artikel 47 de verboden op de uitoefening van rechten vastlegt.
Dit mechanisme geeft de bedrijfsrehabilitatieprocedure zijn krachtige herstructureringsvermogen. Door de uitoefening van individuele schuldeiserrechten tijdelijk te stoppen en alle belanghebbenden (zekerheidsgerechtigden, onbeveiligde schuldeisers, aandeelhouders) aan één tafel te brengen, kan de rehabilitatiebeheerder een allesomvattend plan opstellen om de kapitaalstructuur van het hele bedrijf opnieuw te ontwerpen. De filosofie hierachter is om het publieke belang van bedrijfsherstel voorrang te geven boven individuele rechten. Omdat deze sterke interventie in individuele eigendomsrechten is toegestaan, worden strenge procedurele vereisten zoals de aanstelling van een onpartijdige beheerder en strikt toezicht door de rechtbank opgelegd om misbruik te voorkomen.
Vergelijking van de behandeling van zekerheidsrechten in verschillende procedures
Procedure | Behandeling van zekerheidsrechten | Juridische basis | Impact op bedrijven/schuldeisers |
Faillissementsprocedure | Separaat houderschap | Artikel 65 van de Japanse Faillissementswet | Schuldeisers kunnen het onderpand verkopen. Bedrijven lopen het risico belangrijke activa te verliezen. |
Speciale liquidatieprocedure | Separaat houderschap | Japanse Vennootschapswet (algemene principes) | Schuldeisers kunnen het onderpand verkopen. De procedure is afhankelijk van de medewerking van schuldeisers. |
Civiele rehabilitatieprocedure | Separaat houderschap | Artikel 53 van de Japanse Wet op Civiele Rehabilitatie | Schuldeisers kunnen het onderpand verkopen. Onderhandelingen met zekerheidsgerechtigden voorafgaand aan de aanvraag zijn essentieel. |
Bedrijfsrehabilitatieprocedure | Rehabilitatiezekerheidsrecht (geen separaat houderschap) | Artikel 47 e.v. van de Japanse Wet op Bedrijfsrehabilitatie | De uitoefening van rechten door schuldeisers wordt gestopt. Schulden worden gewijzigd in het plan. Bedrijven krijgen tijd om de bedrijfsvoering voort te zetten. |
Introductie van Recente Jurisprudentie Onder Japans Recht
In de praktijk van insolventieprocedures ontstaan er voortdurend nieuwe uitdagingen rond de interpretatie van wettelijke bepalingen. Hier introduceren we een belangrijke recente beslissing van het Japanse Hooggerechtshof.
De beslissing van het Japanse Hooggerechtshof op 22 december 2021 (Reiwa 3) betrof de interpretatie van artikel 174, lid 2, punt 3 van de Japanse Civil Rehabilitation Act. Dit artikel bepaalt dat als een reorganisatieplan tot stand is gekomen door ‘oneerlijke methoden’, de rechtbank het plan niet mag goedkeuren.
De casus betrof een curator van een bedrijf in civiele rehabilitatieprocedures die een schikkingsovereenkomst had gesloten met een belangrijke schuldeiser die een aanzienlijke vordering had. Deze schikkingsovereenkomst bevatte een clausule waarin de betreffende schuldeiser instemde om voor het reorganisatieplan te stemmen. Andere schuldeisers beweerden dat dit een vorm van ‘stemmen kopen’ was en dus een ‘oneerlijke methode’, en zij verzochten de rechtbank om het plan niet goed te keuren.
Het Hooggerechtshof oordeelde echter dat een schikkingsovereenkomst die instemming met een reorganisatieplan omvat niet direct als ‘oneerlijke methode’ beschouwd kan worden. De rechtbank moet de intentie en de context waarin de schikkingsovereenkomst is gesloten, alsmede of de inhoud van de schikking in zijn geheel redelijk is voor de schuldenaar (het bedrijf), in overweging nemen. In dit geval werd geconcludeerd dat de schikking een complex geschil oploste en inhoudelijk redelijk was voor de herstructurering van het bedrijf, en dus niet enkel was gesloten met het doel om invloed uit te oefenen op de uitoefening van stemrechten. Het werd niet als een ‘oneerlijke methode’ beschouwd.
Deze jurisprudentie is belangrijk omdat het de realiteit van onderhandelingen in insolventieprocedures erkent door de rechterlijke macht. Het is essentieel voor curatoren en management om te onderhandelen met individuele schuldeisers om de benodigde meerderheid voor de goedkeuring van een reorganisatieplan te vormen. Deze beslissing toont aan dat dergelijke onderhandelingen niet verboden zijn, mits de inhoud van de overeenkomst de belangen van andere schuldeisers niet onrechtmatig schaadt en commercieel redelijk is voor het bedrijf als geheel. Dit stelt praktijkmensen in staat om flexibeler te onderhandelen, maar legt tegelijkertijd de verantwoordelijkheid op om een deal te construeren die uitlegbaar en eerlijk is voor alle schuldeisers.
Samenvatting
Het Japanse insolventierecht biedt bedrijven in financiële crisis twee fundamentele richtingen: ‘liquidatie’ en ‘herstructurering’, met meerdere procedures voor elk. Faillissement en speciale liquidatie zijn liquidatieprocedures die de activa van een bedrijf afwikkelen en beëindigen, terwijl civiele rehabilitatie en bedrijfsherstel gericht zijn op het voortzetten en herstellen van de onderneming. Deze keuzes zijn nauw verbonden met de cruciale beslissingen over het behoud van managementrechten (DIP-type) of het overdragen aan externe professionals (beheerstype). Vooral de behandeling van zekerheidsrechten (al dan niet uitsluitingsrechten) is een doorslaggevende factor die de strategische waarde van elke procedure sterk beïnvloedt. Om dit complexe juridische kader te navigeren en de optimale route te vinden, is niet alleen diepgaande juridische kennis vereist, maar ook geavanceerd strategisch denken en onderhandelingsvaardigheden.
Monolith Law Office heeft een trackrecord van het leveren van uitgebreide juridische diensten aan binnen- en buitenlandse cliënten op het gebied van het Japanse vennootschapsrecht, met name inzake insolventieprocedures van ondernemingen. Ons kantoor heeft meerdere experts in dienst die niet alleen gekwalificeerd zijn als Japanse advocaten, maar ook als buitenlandse advocaten en die Engels spreken. Zij kunnen strategisch advies bieden om de rechten en belangen van het management en aandeelhouders te maximaliseren in complexe insolventiesituaties. Van liquidatieprocedures tot herstructureringsprocedures, wij staan klaar om in elke situatie te reageren en de beste oplossing voor onze cliënten te vinden. Voor advies over juridisch crisismanagement, neem gerust contact op met ons kantoor.
Category: General Corporate