Obligaties in het Japanse vennootschapsrecht: een uitgebreide uitleg over uitgifte, aflossing en de vergadering van obligatiehouders

Onder de Japanse vennootschapswetgeving zijn obligaties een belangrijk middel voor bedrijven om bedrijfsfinanciering te verkrijgen. Obligaties zijn schuldinstrumenten die door een bedrijf worden uitgegeven, waarbij investeerders een geldvordering op het bedrijf hebben. De Japanse vennootschapswetgeving bevat gedetailleerde bepalingen over de uitgifte, het beheer, de aflossing en de bescherming van de rechten van obligatiehouders. Dit systeem is ontworpen om investeerders te beschermen, terwijl het bedrijven in staat stelt om soepel financiering te verkrijgen. In dit artikel wordt een uitgebreide uitleg gegeven over de basisdefinitie van obligaties onder de Japanse vennootschapswetgeving, hun soorten, uitgifteprocedures, aflossing, de rol van obligatiebeheerders en de rol van de vergadering van obligatiehouders. Met name wordt er gestreefd naar een duidelijke en begrijpelijke uitleg op basis van de Japanse wetgeving, zodat buitenlandse lezers een diepgaand begrip van het Japanse rechtssysteem kunnen krijgen.
De Japanse vennootschapswetgeving regelt verschillende financieringsmiddelen die de basis vormen voor bedrijfsactiviteiten. Onder deze middelen worden obligaties, naast aandelenuitgifte, door veel bedrijven gebruikt als een van de belangrijkste directe financieringsmiddelen. Bedrijven die obligaties uitgeven, lenen geld van investeerders en zijn verplicht om periodiek rente te betalen en uiteindelijk de hoofdsom terug te betalen. Dit systeem is zeer effectief voor bedrijven om een stabiele financieringsbron te waarborgen en biedt investeerders een relatief stabiele investeringsopbrengst.
De Japanse vennootschapswetgeving definieert obligaties duidelijk. Volgens artikel 2, nummer 23 van de Japanse vennootschapswet betekent “obligatie” een geldvordering op een bedrijf die ontstaat door een toewijzing volgens de bepalingen van deze wet, en die wordt afgelost volgens de voorwaarden vermeld in artikel 676. Deze definitie benadrukt dat obligaties niet slechts geldvorderingen zijn, maar ontstaan door een speciale toewijzing volgens de Japanse vennootschapswetgeving en onderworpen zijn aan specifieke aflossingsvoorwaarden.
Het obligatiesysteem streeft ernaar om de efficiëntie van transacties en de bescherming van investeerders te verenigen door bij het werven van kapitaal van een groot aantal investeerders de contractuele relaties met individuele investeerders uniform te behandelen en collectieve uitoefening van rechten mogelijk te maken. Bijvoorbeeld, het systeem van de vergadering van obligatiehouders is een belangrijk mechanisme om de wil van een groot aantal obligatiehouders te verenigen en te handelen voor het gemeenschappelijk belang. Bovendien functioneert de verplichting tot het aanstellen van een obligatiebeheerder als een mechanisme om de belangen van obligatiehouders professioneel te beschermen.
In dit artikel worden deze juridische kaders in detail onderzocht en wordt een volledig beeld gegeven van het Japanse obligatiesysteem. Met name worden de praktische uitgifteprocedures en specifieke aflossingsmethoden, evenals de situaties waarin de vergadering van obligatiehouders functioneert, uitgelegd met verwijzingen naar de artikelen van de Japanse vennootschapswetgeving. Daarnaast worden relevante Japanse jurisprudentie geïntroduceerd om te laten zien hoe daadwerkelijke geschillen zijn opgelost, waardoor een meer praktische begrip wordt bevorderd.
Wat zijn obligaties: Definitie volgens de Japanse vennootschapswet
In de Japanse vennootschapswet zijn obligaties een belangrijk middel voor bedrijven om kapitaal aan te trekken. Obligaties zijn schuldinstrumenten die door een bedrijf worden uitgegeven, waarbij investeerders een geldvordering op het bedrijf hebben.
Definitie van obligaties volgens de Japanse vennootschapswet
Artikel 2, nummer 23 van de Japanse vennootschapswet definieert obligaties als “geldvorderingen die ontstaan door toewijzing door een bedrijf volgens de bepalingen van deze wet, waarbij het bedrijf de schuldenaar is, en die worden afgelost in overeenstemming met de bepalingen van artikel 676.” Deze definitie maakt duidelijk dat obligaties binnen het kader van de Japanse vennootschapswet worden uitgegeven, met als doel de bescherming van investeerders en de verduidelijking van transacties te bevorderen.
Er zijn echter academische opvattingen die suggereren dat deze definitie niet noodzakelijkerwijs bijdraagt aan de bescherming van obligatie-investeerders uit het publiek of aan de verduidelijking van juridische relaties. Dit wijst erop dat de strikte formele definitie die door de wet is vastgesteld, mogelijk niet volledig overeenkomt met de diverse functies van obligaties op de markt en de praktische behoeften van investeerdersbescherming. Het kan de moeilijkheid benadrukken voor de wet om gelijke tred te houden met de voortdurend evoluerende economische activiteiten, of de noodzaak suggereren voor een herziening naar een meer functionele definitie.
De Belangrijkste Soorten Japanse Obligaties: Gewone Obligaties en Achtergestelde Obligaties
Er zijn verschillende soorten Japanse obligaties, en bedrijven en investeerders kiezen op basis van de specifieke kenmerken van elke soort.
Gewone Obligaties
Dit zijn de meest voorkomende Japanse obligaties, die dezelfde terugbetalingsprioriteit hebben als andere schulden.
Achtergestelde Obligaties
Achtergestelde obligaties zijn Japanse obligaties waarbij, in geval van faillissement van de uitgevende onderneming, de terugbetaling van de hoofdsom en rente een lagere prioriteit heeft dan gewone obligaties en andere algemene schulden. Deze achtergestelde positie wordt doorgaans expliciet vermeld in de obligatievoorwaarden als een “achtergestelde clausule.” Vanwege het hogere risico op wanbetaling, wordt doorgaans een hogere opbrengst geboden. Het bestaan van achtergestelde obligaties suggereert dat bedrijven streven naar diversiteit in hun financieringsbronnen en een balans zoeken tussen risico en rendement. Achtergestelde obligaties hebben de eigenschap dat ze een lagere terugbetalingsprioriteit hebben dan gewone schulden, wat betekent dat ze een hoger risico voor investeerders inhouden. Juist vanwege dit hogere risico wordt een hogere opbrengst geboden om investeerders aan te trekken. Voor bedrijven betekent dit hogere financieringskosten, maar tegelijkertijd biedt het de mogelijkheid om de uiteindelijke risico’s, zoals bij faillissement, tussen aandelen en algemene schulden te positioneren, wat de flexibiliteit van de kapitaalstructuur vergroot. Het feit dat financiële instellingen deze obligaties soms kunnen opnemen als kapitaal onder de regulering van de eigenvermogensratio, toont aan dat achtergestelde obligaties niet alleen een financieringsmiddel zijn, maar ook een belangrijk instrument in de financiële strategie van bedrijven, vooral om te voldoen aan de regulatieve kapitaaleisen. Dit illustreert een strategische reden waarom bedrijven ervoor kiezen om achtergestelde obligaties te gebruiken, die verder gaat dan de oppervlakkige opvatting van “hoger risico, hogere opbrengst.”
De Belangrijkste Soorten Japanse Obligaties: Obligaties met en zonder Zekerheid
Japanse obligaties kunnen grofweg worden onderverdeeld in “obligaties met zekerheid” en “obligaties zonder zekerheid,” afhankelijk van de aanwezigheid van onderpand.
Obligaties zonder Zekerheid
Dit zijn obligaties zonder specifiek onderpand, waarbij de veiligheid van terugbetaling afhankelijk is van de kredietwaardigheid van het uitgevende bedrijf. Omdat ze over het algemeen risicovoller zijn, wordt vaak een hogere rente geboden. Veel gewone Japanse obligaties zijn zonder zekerheid.
Obligaties met Zekerheid
Dit zijn obligaties waarbij specifieke activa van het uitgevende bedrijf, zoals onroerend goed, als onderpand worden gesteld. Hierdoor hebben obligatiehouders het recht om hun onderpand uit te oefenen en voorrang te krijgen op terugbetaling als het uitgevende bedrijf in gebreke blijft. Obligaties met zekerheid vallen onder de Japanse Wet op Obligaties met Zekerheid (Wet nr. 52 van het jaar Meiji 38 (1905)). Deze wet is bedoeld om de bescherming van obligatiehouders te waarborgen door het beheer en de uitvoering van zekerheden toe te vertrouwen aan een trustmaatschappij of een andere trustee namens de vele obligatiehouders.
Obligaties met zekerheid kunnen verder worden onderverdeeld in “algemene obligaties met zekerheid” en “obligaties met specifieke zekerheid.”
- Obligaties met specifieke zekerheid: Dit zijn obligaties waarbij specifieke onroerende goederen als onderpand zijn gesteld.
- Algemene obligaties met zekerheid: Dit zijn obligaties waarbij niet specifieke activa, maar het gehele vermogen van het uitgevende bedrijf voorrang verleent aan andere schuldeisers. Dit verschilt van hypotheken of pandrechten op basis van overeenkomst en komt tot stand als een juridisch effect onder specifieke speciale wetten zoals de Japanse Elektriciteitswet. Voorbeelden hiervan zijn elektriciteitsobligaties, NTT-obligaties en JT-obligaties. Het bestaan van de Wet op Obligaties met Zekerheid toont aan dat het Japanse rechtssysteem een verfijnd mechanisme biedt voor de efficiënte en collectieve bescherming van de belangen van vele schuldeisers. Obligaties met zekerheid hebben te maken met praktische uitdagingen, zoals de complexiteit voor individuele investeerders om hun zekerheidsrechten uit te oefenen. De Japanse Wet op Obligaties met Zekerheid (Wet nr. 52 van het jaar Meiji 38 (1905)) is ingesteld om deze uitdaging aan te pakken. Deze wet stelt een systeem in waarbij een trustmaatschappij of een andere trustee de zekerheden beheert en uitvoert ten behoeve van alle obligatiehouders. Hierdoor wordt de moeite bespaard voor individuele obligatiehouders om afzonderlijk zekerheidsrechten in te stellen en uit te oefenen, en worden de rechten van vele obligatiehouders efficiënt beschermd. Dit heeft bredere implicaties, aangezien het Japanse rechtssysteem de noodzaak van collectieve rechtenbescherming bij grootschalige financiering diepgaand erkent en een specifiek juridisch kader biedt om dit te realiseren. Het gaat niet alleen om het verschil of er al dan niet zekerheid is, maar ook om de gedachte van collectieve bescherming erachter en het gebruik van juridische technieken zoals trust om dit te realiseren.
Obligaties met Warrant in Japan
Obligaties met warrant zijn obligaties waaraan een recht is verbonden om nieuwe aandelen te kopen. Artikel 248 van de Japanse vennootschapswet (Japanse vennootschapswet) bepaalt dat bij de uitgifteprocedure van obligaties met warrant de reguleringen met betrekking tot obligaties (Hoofdstuk 4 van de Japanse vennootschapswet) niet van toepassing zijn, en dat in plaats daarvan de bepalingen met betrekking tot de uitgifte van warrants (Artikel 238 en verder van de Japanse vennootschapswet) van toepassing zijn. Voor een gedetailleerde uitleg over obligaties met warrant, raadpleeg een ander artikel op deze website.
Vergelijking van Japanse Obligaties met en zonder Zekerheid
De keuze voor een obligatie hangt af van de situatie van het uitgevende bedrijf en de risicotolerantie van de investeerder. Hieronder vergelijken we de belangrijkste verschillen tussen Japanse obligaties met zekerheid en zonder zekerheid.
Item | Obligaties met Zekerheid | Obligaties zonder Zekerheid |
Aanwezigheid van Zekerheid | Aanwezig (specifieke activa of totale eigendommen) | Afwezig |
Veiligheid van Terugbetaling | Hoog (voorrang door zekerheid) | Afhankelijk van de kredietwaardigheid van het uitgevende bedrijf |
Rendement | Relatief laag | Relatief hoog |
Uitgifteprocedure | Kan onderhevig zijn aan procedures volgens de Japanse Wet op Obligaties met Zekerheid | Algemene uitgifteprocedure volgens de Japanse Vennootschapswet |
Belangrijkste Relevante Wetgeving | Japanse Vennootschapswet, Japanse Wet op Obligaties met Zekerheid | Japanse Vennootschapswet |
Belangrijkste Uitgevende Bedrijven | Elektriciteitsbedrijven, NTT, etc. (in het geval van algemene obligaties met zekerheid op basis van speciale wetgeving) | Algemene bedrijven |
Uitgifteprocedure van Obligaties
Om een bedrijf obligaties te laten uitgeven en kapitaal van de markt aan te trekken, moet het voldoen aan de strikte procedures die zijn vastgelegd in de Japanse vennootschapswet.
Beslissing over Uitgiftevoorwaarden
Wanneer een bedrijf obligatiehouders wil aantrekken, moet het volgens artikel 676 van de Japanse vennootschapswet de volgende uitgiftevoorwaarden vaststellen:
- Het totale bedrag van de uit te geven obligaties
- Het bedrag van elke obligatie
- De rentevoet van de obligaties
- De methode en termijn van aflossing van de obligaties
- De methode van rentebetaling
- Indien er een bepaling is voor de uitgifte van obligatiecertificaten, moet dit worden vermeld (niet nodig als er geen obligatiecertificaten worden uitgegeven)
- Indien er een obligatiebeheerder wordt aangesteld, de naam en het adres van deze beheerder, evenals de inhoud van de beheerovereenkomst
- Andere door het Ministerie van Justitie vastgestelde zaken (Japanse vennootschapswet uitvoeringsregeling artikel 165)
De gedetailleerde voorschriften voor de uitgiftevoorwaarden zijn bedoeld om de bescherming van investeerders en de transparantie van transacties te waarborgen. Artikel 676 van de Japanse vennootschapswet specificeert de uitgiftevoorwaarden in detail omdat obligaties een middel zijn om kapitaal aan te trekken van een groot aantal niet-gespecificeerde investeerders. Dit zorgt ervoor dat investeerders voldoende informatie hebben om een weloverwogen investeringsbeslissing te maken. Het feit dat niet alleen economische voorwaarden zoals aflossingsmethoden en termijnen, maar ook informatie over de obligatiebeheerder wordt gespecificeerd, is bedoeld om investeerders te voorzien van informatie om zich voor te bereiden op toekomstige risico’s (bijvoorbeeld faillissement van de uitgevende onderneming) en om het kader voor collectieve uitoefening van rechten te verduidelijken, waardoor de bescherming van investeerders wordt versterkt. Dit suggereert dat er een sterke publieke regulerende kant is die verder gaat dan de vrijheid van contracten om de gezondheid van de markt te behouden.
Overzicht van de Uitgifteprocedure
De uitgifteprocedure van obligaties begint met de beslissing over de uitgiftevoorwaarden en wordt voltooid door de volgende stappen te doorlopen:
- Besluit van de Raad van Bestuur: Voor de beslissing over de uitgiftevoorwaarden is in principe een besluit van de raad van bestuur vereist. Bij niet-beursgenoteerde bedrijven kan een bijzondere aandeelhoudersvergadering ook de uitgiftevoorwaarden vaststellen.
- Kennisgeving en openbaarmaking van de uitgiftevoorwaarden: De uitgiftevoorwaarden worden aan potentiële obligatiehouders bekendgemaakt of openbaar gemaakt. Bij beursgenoteerde bedrijven is tijdige openbaarmaking vereist.
- Aanmelding en toewijzing: Investeerders doen een aanmelding en het bedrijf neemt een beslissing over de toewijzing.
- Betaling: Investeerders betalen het bedrag van de toegewezen obligaties aan het bedrijf.
- Opstellen van het obligatieregister: Het bedrijf moet na de uitgiftedatum zonder vertraging een obligatieregister opstellen en dit op het hoofdkantoor bewaren (Japanse vennootschapswet artikel 684, lid 1). Obligatiehouders kunnen verzoeken om inzage in het obligatieregister (Japanse vennootschapswet artikel 684, lid 2).
- Uitgifte van obligatiecertificaten (indien van toepassing): Indien er een bepaling is voor de uitgifte van obligatiecertificaten, moet het bedrijf na de uitgiftedatum zonder vertraging obligatiecertificaten uitgeven (Japanse vennootschapswet artikel 696).
De uitzondering voor private plaatsing van obligaties voor een klein aantal personen toont een flexibel systeemontwerp om de kapitaalverwerving van kleine en middelgrote ondernemingen en startups te ondersteunen. Voor de algemene uitgifte van obligaties kan het nodig zijn een effectenregistratiedocument in te dienen (volgens de Japanse financiële instrumenten- en beurswet), maar voor private plaatsing van obligaties (waarbij er minder dan 50 obligatiehouders zijn en er geen gekwalificeerde institutionele beleggers zijn) is deze registratie niet vereist. Deze uitzondering is bedoeld voor kapitaalverwerving van een kleinere schaal en specifieke betrokkenen, anders dan bij grootschalige openbare uitgifte van obligaties. Dit suggereert dat het Japanse rechtssysteem de strengheid van de regelgeving aanpast aan de schaal van het bedrijf en de aard van de kapitaalverwerving. Met andere woorden, wanneer de noodzaak van investeerdersbescherming relatief laag wordt geacht (bijvoorbeeld bij een klein aantal niet-professionele, maar verwante investeerders), is er flexibiliteit om de procedure te vereenvoudigen en de kapitaalverwervingslast van bedrijven te verlichten.
Aflossing van Japanse Obligaties
Aflossing van Japanse obligaties verwijst naar het proces waarbij een bedrijf de hoofdsom van de obligaties terugbetaalt aan de obligatiehouders. Deze aflossing vindt plaats volgens de voorwaarden die zijn vastgesteld op het moment van de uitgifte van de obligaties.
Methoden voor de aflossing van Japanse bedrijfsobligaties
Er zijn verschillende methoden voor de aflossing van Japanse bedrijfsobligaties, maar de belangrijkste zijn de volgende:
- Volledige aflossing op vervaldag: Dit is de methode waarbij het volledige hoofdbedrag van de obligatie op de vervaldag in één keer wordt afgelost. Dit is de meest gebruikelijke methode.
- Periodieke aflossing (een vorm van tussentijdse aflossing): Bij de uitgifte worden de wachttijd, de tussentijdse aflossingswaarde en de tussentijdse aflossingsdatum vastgesteld, en de aflossing vindt plaats volgens deze voorwaarden.
- Vrijwillige aflossing (vervroegde aflossing): Dit is de methode waarbij de uitgevende onderneming naar eigen inzicht een deel of het geheel van de obligatie vóór de vervaldatum aflost. Om de nadelen voor investeerders te compenseren, kan er een “aflossingspremie” worden betaald.
- Inkoopaflossing (inkoop en annulering): Dit is de methode waarbij de uitgevende onderneming haar eigen obligaties vóór de aflossing in de secundaire markt of via onderhandse transacties inkoopt en annuleert. Dit is niet verplicht en wordt overgelaten aan de beslissing van de obligatiehouders.
- Discountobligaties: Dit zijn obligaties die geen rente (coupon) bieden, maar worden gekocht tegen een lagere uitgifteprijs dan de aflossingswaarde, waardoor een aflossingswinst wordt behaald.
Daarnaast moet men bij de aflossing van Japanse bedrijfsobligaties rekening houden met de volgende juridische aandachtspunten:
- Het recht om aflossing van de obligatie te eisen, vervalt door verjaring als het niet binnen 10 jaar na het moment van uitoefening wordt uitgeoefend (Japanse vennootschapswet, artikel 701, lid 1).
- Het recht om rente op de obligatie te eisen, vervalt door verjaring als het niet binnen 5 jaar na het moment van uitoefening wordt uitgeoefend (Japanse vennootschapswet, artikel 701, lid 2).
- In het geval dat de uitgevende onderneming failliet gaat, hebben obligaties over het algemeen een hoge prioriteit bij de schuldenaflossing, maar de prioriteit verschilt tussen gedekte obligaties, ongedekte obligaties en achtergestelde obligaties. Echter, afhankelijk van de situatie, kan het zijn dat het hoofdbedrag niet wordt betaald en dat de obligatie een slechte schuld wordt.
Rechtspraak met betrekking tot de verlenging van de aflossingstermijn van Japanse obligaties
De verlenging van de aflossingstermijn van obligaties is een belangrijke kwestie voor obligatiehouders en vereist procedures volgens de Japanse vennootschapswet. In de praktijk kan echter ook de verlenging door middel van een overeenkomst tussen de partijen een probleem vormen.
In een uitspraak van de Tokyo District Court op 11 april 2016 (Heisei 28) eiste de eiser, een obligatiehouder, betaling van de hoofdsom van de obligatie en vertragingsrente van de gedaagde, de obligatie-uitgevende onderneming, omdat de aflossingstermijn van de obligatie was verstreken. De gedaagde voerde aan dat de aflossingstermijn was verlengd door een overeenkomst tussen de partijen en dat de eis van de eiser in strijd was met de goede trouw of een misbruik van recht vormde.
De rechtbank erkende de totstandkoming van een overeenkomst tot verlenging van de aflossingstermijn tussen de partijen niet en honoreerde de eis van de eiser tot aflossing van de obligatie. De uitspraak paste de contractuele principes van het Japanse burgerlijk recht toe op de vaststelling of wijziging van de aflossingstermijn van obligaties. Daarbij werd rekening gehouden met het feit dat het om een aanzienlijk bedrag van 1,5 miljard yen ging, dat de noodzaak van schriftelijke vastlegging werd erkend in verband met de belastingautoriteiten en boekhoudkundige verwerking, en dat de procedures bij uitgifte ook schriftelijk waren uitgevoerd. De rechtbank oordeelde dat een mondelinge overeenkomst alleen niet voldoende was om een juridisch bindende overeenkomst te vormen.
Deze rechtspraak suggereert dat bij belangrijke kwesties zoals de verlenging van de aflossingstermijn van obligaties, zelfs als er een vertrouwensrelatie tussen de partijen bestaat, de formele procedures en schriftelijke vastlegging volgens de Japanse vennootschapswet van groot belang zijn. De rechtspraak wees een mondelinge overeenkomst tussen de partijen over de verlenging van de aflossingstermijn van obligaties af. Dit toont aan dat voor de wijziging van de voorwaarden van een geldvordering met de juridische aard van obligaties, niet alleen de contractuele principes van het Japanse burgerlijk recht, maar ook de strikte procedures volgens de Japanse vennootschapswet en ten minste een duidelijke schriftelijke overeenkomst noodzakelijk zijn. Vooral in situaties zoals in deze zaak, waar in familiebedrijven vaak vage overeenkomsten worden gesloten op basis van vertrouwen, benadrukte de rechtbank het belang van naleving van formele juridische vereisten (schriftelijke vastlegging, procedures volgens de Japanse vennootschapswet). Dit onderstreept een bredere principe in de Japanse juridische praktijk dat, zelfs bij interne transacties, passende procedures volgens de wet noodzakelijk zijn om juridische stabiliteit en duidelijkheid te waarborgen. Bovendien raakt deze rechtspraak aan het punt dat obligaties, anders dan gewone leningsovereenkomsten, een speciale status hebben onder de Japanse vennootschapswet, waardoor voor de wijziging van hun voorwaarden in principe procedures volgens de Japanse vennootschapswet (zoals een besluit van de obligatiehoudersvergadering) vereist zijn. De afwijzing van de geldigheid van een mondelinge overeenkomst is gebaseerd op het niet naleven van deze procedures volgens de Japanse vennootschapswet.
Beheerder van Bedrijfsobligaties in Japan
Een beheerder van bedrijfsobligaties is een gespecialiseerde instantie die de belangen van een groot aantal obligatiehouders beschermt en het beheer van bedrijfsobligaties uitvoert.
Rol en Verplichting tot Aanstellen van een Beheerder van Bedrijfsobligaties
- De beheerder van bedrijfsobligaties is een bedrijf dat alle nodige bevoegdheden heeft om namens de obligatiehouders betalingen te ontvangen of de realisatie van hun vorderingen te waarborgen.
- Artikel 702 van de Japanse vennootschapswet bepaalt dat een bedrijf, wanneer het bedrijfsobligaties uitgeeft, in principe een beheerder van bedrijfsobligaties moet aanstellen en deze moet belasten met het ontvangen van betalingen, het waarborgen van vorderingen en ander beheer van de obligaties ten behoeve van de obligatiehouders.
- Echter, wanneer aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, zoals wanneer het bedrag van elke obligatie 100 miljoen yen of meer bedraagt, is het toegestaan om geen beheerder aan te stellen. In recente jaren is er een toename van gevallen waarin geen beheerder van bedrijfsobligaties wordt aangesteld, maar in plaats daarvan een financiële agent wordt ingezet om zaken zoals de betaling van hoofdsom en rente te regelen.
De verplichting tot het aanstellen van een beheerder van bedrijfsobligaties en de uitzonderingsbepalingen daarop tonen aan dat de Japanse vennootschapswet een balans zoekt tussen de bescherming van investeerders en de praktische lasten voor bedrijven. De Japanse vennootschapswet verplicht in principe het aanstellen van een beheerder van bedrijfsobligaties. Dit is om de inefficiëntie te verminderen van het individueel uitoefenen van rechten door een groot aantal obligatiehouders en om collectieve belangen professioneel te beschermen. Echter, onder bepaalde voorwaarden, zoals wanneer het bedrag van elke obligatie 100 miljoen yen of meer bedraagt, kan de verplichting worden opgeheven. Dit lijkt tegenstrijdig, maar het suggereert dat bij grootschalige obligatie-uitgiftes de investeerders vaak professionele institutionele beleggers zijn, waardoor de noodzaak voor individuele bescherming relatief laag is, of dat de uitgevende onderneming zelf voldoende kredietwaardigheid heeft, waardoor de tussenkomst van een beheerder niet nodig wordt geacht. Bovendien wijst de trend van toenemend gebruik van financiële agenten erop dat de markt op zoek is naar efficiëntere beheermethoden en dat het juridische systeem flexibele toepassing toestaat om hierop in te spelen. Dit toont aan dat de wet niet alleen rigide regels oplegt, maar ook probeert in te spelen op de behoeften van de praktijk en de evolutie van de markt.
Bevoegdheden en Verplichtingen van de Beheerder van Bedrijfsobligaties
- De beheerder van bedrijfsobligaties heeft de bevoegdheid om namens de obligatiehouders alle gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen te verrichten die nodig zijn om betalingen te ontvangen of de realisatie van vorderingen te waarborgen (Artikel 705, lid 1 van de Japanse vennootschapswet).
- De beheerder van bedrijfsobligaties moet de obligaties eerlijk en oprecht beheren ten behoeve van de obligatiehouders (Artikel 704, lid 1 van de Japanse vennootschapswet). Daarnaast heeft de beheerder de verplichting om de obligaties met de zorg van een goed beheerder te beheren (Artikel 704, lid 2 van de Japanse vennootschapswet).
- Wanneer de beheerder van bedrijfsobligaties betalingen heeft ontvangen, kunnen de obligatiehouders van deze beheerder de terugbetaling van de obligaties en de betaling van rente eisen (Artikel 705, lid 2 van de Japanse vennootschapswet).
- De beheerder van bedrijfsobligaties mag zonder besluit van de vergadering van obligatiehouders geen uitstel van betaling voor alle obligaties, kwijtschelding van aansprakelijkheid wegens wanbetaling of schikkingen verrichten (Artikel 706, lid 1 van de Japanse vennootschapswet).
Verantwoordelijkheid en Ontslag van de Beheerder van Bedrijfsobligaties
- Wanneer de beheerder van bedrijfsobligaties handelt in strijd met de Japanse vennootschapswet of een besluit van de vergadering van obligatiehouders, is de beheerder hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die daardoor aan de obligatiehouders wordt toegebracht (Artikel 710, lid 1 van de Japanse vennootschapswet).
- De beheerder van bedrijfsobligaties kan ontslag nemen met toestemming van de uitgevende onderneming en de vergadering van obligatiehouders (Artikel 711, lid 1 van de Japanse vennootschapswet).
Vergadering van Obligatiehouders in Japan
De vergadering van obligatiehouders in Japan is een bijeenkomst waar de wensen van de vele obligatiehouders worden verenigd en belangrijke zaken worden besloten ten behoeve van hun gemeenschappelijke belangen.
Oproeping van de Vergadering van Obligatiehouders in Japan
- De vergadering van obligatiehouders kan te allen tijde worden bijeengeroepen indien nodig (Artikel 717, lid 1 van de Japanse vennootschapswet) .
- In principe roept de obligatie-uitgevende onderneming of de obligatiebeheerder de vergadering bijeen (Artikel 717, lid 2 van de Japanse vennootschapswet) .
- Obligatiehouders die obligaties bezitten ter waarde van ten minste een tiende van het totale bedrag van een bepaalde soort obligaties, kunnen de obligatie-uitgevende onderneming, de obligatiebeheerder of de assistent-beheerder verzoeken om een vergadering bijeen te roepen, met vermelding van de onderwerpen en de reden voor de oproeping (Artikel 718, lid 1 van de Japanse vennootschapswet) .
- Indien na het verzoek de oproepingsprocedure niet zonder vertraging wordt uitgevoerd of indien de oproepingsmelding niet binnen acht weken wordt verzonden, kan de verzoekende obligatiehouder met toestemming van de rechtbank zelf de vergadering bijeenroepen (Artikel 718, lid 3 van de Japanse vennootschapswet) .
- De oproeper moet bij het bijeenroepen van de vergadering van obligatiehouders de datum, plaats en de te behandelen onderwerpen vaststellen (Artikel 719 van de Japanse vennootschapswet) .
Het recht van obligatiehouders om een vergadering bijeen te roepen is een belangrijke veiligheidsmaatregel die de bescherming van minderheidsrechten en de verwezenlijking van collectieve belangen mogelijk maakt. Hoewel het in principe de obligatie-uitgevende onderneming of de obligatiebeheerder is die de vergadering bijeenroept, kunnen obligatiehouders die ten minste een tiende van het totale obligatiebedrag bezitten, een verzoek indienen als zij van mening zijn dat het handelen van de onderneming ongepast is . Bovendien, als de onderneming hier niet op reageert, kunnen zij met toestemming van de rechtbank zelf de vergadering bijeenroepen . Dit toont aan dat de Japanse vennootschapswet een krachtig juridisch middel biedt waarmee individuele obligatiehouders, zonder geïsoleerd te raken, hun rechten collectief kunnen uitoefenen en hun belangen kunnen beschermen wanneer de obligatie-uitgevende onderneming of de obligatiebeheerder handelt in strijd met de belangen van de obligatiehouders. Dit verhoogt de betrouwbaarheid van de markt door minderheidsobligatiehouders een zekere mate van inspraak en daadkracht te geven vanuit het oogpunt van investeerdersbescherming.
Het Beheren en Besluiten van Vergaderingen van Obligatiehouders in Japan
- Om een besluit te nemen tijdens een vergadering van obligatiehouders, is de instemming vereist van personen die meer dan de helft van het totale aantal stemrechten van de aanwezige stemgerechtigden bezitten (Artikel 724, lid 1 van de Japanse vennootschapswet) .
- Echter, voor zaken die een aanzienlijke impact hebben op de belangen van obligatiehouders, zoals uitstel van betaling of kwijtschelding van schulden, kan instemming vereist zijn van ten minste een vijfde van het totale aantal stemrechten, en meer dan tweederde van het totale aantal stemrechten van de aanwezige stemgerechtigden (Artikel 724, lid 2 van de Japanse vennootschapswet) .
- Een vergadering van obligatiehouders kan geen besluiten nemen over andere zaken dan die welke zijn vastgesteld bij de oproeping (Artikel 719, nummer 2 en Artikel 724, lid 3 van de Japanse vennootschapswet) . Dit is vergelijkbaar met het verbod op spoedmoties tijdens Japanse aandeelhoudersvergaderingen .
- Wanneer er een besluit is genomen tijdens een vergadering van obligatiehouders, moet de oproeper binnen een week na de datum van het besluit een verzoek tot goedkeuring van dat besluit indienen bij de rechtbank (Artikel 732 van de Japanse vennootschapswet) . Zonder goedkeuring van de rechtbank heeft het besluit geen rechtskracht.
Het feit dat de vereisten voor besluiten tijdens vergaderingen van obligatiehouders variëren afhankelijk van de kwestie, is een kenmerk van het Japanse juridische systeem dat streeft naar een balans tussen de bescherming van rechten en praktische efficiëntie. Voor algemene besluiten (bijvoorbeeld de benoeming van een obligatiebeheerder) is een meerderheid van de aanwezige stemrechten voldoende, maar voor zaken die direct nadelig kunnen zijn voor de rechten van obligatiehouders, zoals uitstel van betaling of kwijtschelding van schulden, gelden strengere speciale besluitvormingsvereisten (ten minste een vijfde van het totale aantal stemrechten en meer dan tweederde van de aanwezige stemrechten) . Dit toont aan dat de Japanse vennootschapswet, terwijl het de belangen van alle obligatiehouders beschermt, voor beslissingen met een aanzienlijke impact een bredere consensus vereist om te voorkomen dat de belangen van een minderheid van obligatiehouders onterecht worden geschaad. Bovendien betekent het feit dat goedkeuring van de rechtbank vereist is dat er een dubbele beschermingsmechanisme is ingebouwd, waarbij de rechtbank als derde partij de wettigheid en rechtvaardigheid van de besluiten waarborgt, gezien de grote impact die deze kunnen hebben op de rechten van individuele obligatiehouders. Dit weerspiegelt dat het systeem van collectieve uitoefening van rechten niet louter op meerderheidsbesluitvorming is gebaseerd, maar de nadruk legt op juridische stabiliteit en rechtvaardigheid.
Mogelijkheid van Online Vergaderingen
Artikel 719 van de Japanse Vennootschapswet vereist dat bij het bijeenroepen van een vergadering van obligatiehouders de “locatie van de vergadering” moet worden vastgesteld. Voor het houden van een volledig virtuele vergadering (alleen online) is een wijziging van de Japanse Vennootschapswet noodzakelijk. Hoewel er ruimte is voor interpretatie met betrekking tot hybride vergaderingen (combinatie van fysieke en online aanwezigheid), kan deelname via online middelen mogelijk niet als wettelijke aanwezigheid worden beschouwd, maar eerder als bijwonen als toehoorder.
Samenvatting
In dit artikel hebben we de verschillende aspecten van obligaties onder de Japanse vennootschapswetgeving (Japanse vennootschapswet) gedetailleerd besproken, waaronder de definitie, soorten, uitgifteprocedures, aflossing, obligatiebeheerder en de vergadering van obligatiehouders. Obligaties zijn een belangrijk middel voor bedrijven om grote sommen kapitaal aan te trekken, en van uitgifte tot aflossing zijn er strikte regels onder de Japanse vennootschapswet. Vooral het systeem van obligatiebeheerders en de structuur van de vergadering van obligatiehouders tonen aan hoezeer het Japanse rechtssysteem belang hecht aan de bescherming van investeerders en de gezondheid van de markt.
De uitgifte van obligaties is een essentieel onderdeel van de groeistrategie van een bedrijf, maar de procedures zijn complex en vereisen een diepgaand begrip van de Japanse vennootschapswet en aanverwante wetgeving. Van het bepalen van de uitgiftevoorwaarden, het opstellen van het obligatieregister, het kiezen van de aflossingsmethode, tot de relatie met de obligatiebeheerder en het beheer van de vergadering van obligatiehouders, in elke fase is het cruciaal om juridische risico’s adequaat te beheren voor de duurzame ontwikkeling van het bedrijf. Zoals jurisprudentie over de verlenging van de aflossingstermijn aantoont, is het, zelfs als er vertrouwen is tussen de partijen, van groot belang om belangrijke juridische overeenkomsten formeel te documenteren en te volgen volgens de Japanse vennootschapswet.
Monolith Advocatenkantoor heeft uitgebreide ervaring in het verlenen van juridische diensten met betrekking tot obligaties aan tal van cliënten binnen Japan. Wij ondersteunen de juridische zaken van bedrijven van verschillende groottes, van beursgenoteerde ondernemingen tot startups, en hebben diepgaande kennis en praktische ervaring opgebouwd, vooral op het gebied van kapitaalwerving. Ons kantoor beschikt over meerdere advocaten die in het bezit zijn van buitenlandse advocatenkwalificaties en Engels spreken, waardoor wij ook in staat zijn om klanten die actief zijn in een internationale zakelijke omgeving, zowel in het Japans als in het Engels, soepel en nauwkeurig juridisch advies te bieden. Neem gerust contact op met Monolith Advocatenkantoor voor advies over obligaties onder de Japanse vennootschapswet of andere zakelijke juridische ondersteuning. Wij helpen u graag bij het opbouwen van een solide juridische basis voor het succes van uw bedrijf in Japan.
Category: General Corporate