Portretrecht en juridische bescherming in digitale games

Rechtenbeheer van echte personen in digitale game-inhoud
Praktische aanpak van rechtenbeheer
Wanneer ontwikkelingsbedrijven de beeltenis of echte naam van bestaande sporters in digitale games gebruiken, zijn er belangrijke juridische overwegingen.
In het bijzonder moet aandacht worden besteed aan het beheer van publiciteitsrechten.
In de praktijk worden deze rechten meestal via contracten overgedragen.
Bij professionele sporters beheert vaak de professionele sportorganisatie de rechten, terwijl bij beroemdheden het managementbureau deze rechten beheert.
Een belangrijke jurisprudentie op dit gebied is de rechtszaak over het portretrecht van professionele honkbalspelers (Tokyo District Court, 1 augustus Heisei 18 [2006], Hanrei Jiho No. 1265, p. 212).
In deze zaak werd de geldigheid van de gebruikslicentie, verkregen via de honkbalorganisatie, door het gamebedrijf erkend.
Dit is een typisch voorbeeld dat het belang van het verkrijgen van toestemming van de juiste rechtenbeheerder aantoont.
Als praktische aanpak is een grondig onderzoek naar de rechtenverhoudingen essentieel.
Daarna moet de juiste onderhandelingspartner worden geïdentificeerd en moeten er concrete besprekingen worden gevoerd over het gebruik en de vergoeding.
Vanwege de aard van digitale inhoud is het ook belangrijk om de reikwijdte van de gebruikslicentie duidelijk te definiëren.
Door alle verwachte gebruiksvormen in het contract op te nemen, kunnen latere problemen worden voorkomen.
Criteria voor Inbreuk op Rechten volgens Jurisprudentie
Achter deze praktische aanpak ligt een gevestigde jurisprudentie.
De Japanse Hoge Raad heeft in de Pink Lady-zaak (Japanse Hoge Raad, 2 februari Heisei 24 (2012), Minshu Vol. 66, No. 2, p. 89, Hanji No. 2143, p. 72, Hanyu No. 1367, p. 97) duidelijke criteria vastgesteld voor wanneer er sprake is van inbreuk op het publiciteitsrecht.
Concreet wordt inbreuk op het publiciteitsrecht erkend wanneer portretten of dergelijke als een zelfstandig object van waardering worden gecommercialiseerd, wanneer portretten of dergelijke worden gebruikt als een onderscheidend element van een product, en wanneer portretten of dergelijke worden gebruikt voor reclamedoeleinden.
In het licht van de strekking van deze jurisprudentie vormt het ongeoorloofd gebruik van portretten of namen van beroemdheden in digitale games een duidelijke inbreuk op rechten.
Juridische Grondslag en Basisbegrip
Als juridisch concept dat ten grondslag ligt aan dergelijke jurisprudentie, heeft elke individu het fundamentele recht (portretrecht) om te beslissen over het gebruik van zijn of haar afbeelding en naam.
Vooral bij beroemdheden, zoals sporters en entertainers, wordt het recht erkend om de economische waarde van hun naam en afbeelding, oftewel hun aantrekkingskracht op klanten, exclusief te benutten, bekend als het ‘publiciteitsrecht’.
Deze rechten zijn gebaseerd op persoonlijkheidsrechten als juridische grondslag.
Juridische Interpretatie van Materiële Objecten
Aan de andere kant worden er verschillende interpretaties gegeven met betrekking tot materiële objecten.
De Japanse Hoge Raad heeft in de Gallop Racer-zaak (Japanse Hoge Raad, 13 februari Heisei 16 (2004), Minshu Vol. 58, No. 2, p. 311, Hanji No. 1863, p. 25, Hanta No. 1156, p. 101) het bestaan van publiciteitsrechten met betrekking tot objecten ontkend.
Door deze uitspraak vormt het gebruik van bekende objecten of dieren in spellen geen probleem vanuit het perspectief van publiciteitsrechten.
Echter, voor de naam of vorm van objecten die als handelsmerk zijn geregistreerd, kan er afzonderlijke juridische bescherming van toepassing zijn.
Bovendien blijven de rechten van bestaande betrokkenen, zoals jockeys van renpaarden, beschermd.
Daarnaast is het belangrijk op te merken dat er mogelijk bescherming onder de Japanse auteurswet van toepassing kan zijn op karakterafbeeldingen.