Verlichting van de bewijslast voor schade door piraterij: Uitleg van de wijziging van de Japanse Auteursrechtwet die in januari van Reiwa 6 (2024) van kracht wordt
Auteursrecht is het meest alledaagse intellectuele eigendomsrecht dat we om ons heen tegenkomen. Dit auteursrecht is herzien en is in werking getreden in januari 2024.
In deze herziening is het doel om een eerlijk gebruik van werken te bevorderen en tegelijkertijd een passende bescherming van auteursrechten te waarborgen. De volgende drie punten zijn als belangrijkste aandachtspunten naar voren gekomen:
- Herziening van de bepalingen die de beperkingen van rechten op openbare transmissie van werken in wetgeving en bestuur regelen
- Herziening van de methode voor het berekenen van schadevergoedingen om effectieve verhaalsmogelijkheden te bieden tegen schade door piraterij
- De oprichting van een nieuw arbitrage systeem voor het gebruik van werken
Van deze punten zijn 1 en 2 in werking getreden op 1 januari Reiwa 6 (2024). Punt 3 zal in werking treden op een door een regeringsbesluit bepaalde datum binnen drie jaar na de bekendmaking.
Hoe zijn deze wijzigingen concreet doorgevoerd in de recente herziening? Laten we elk van de drie punten nader toelichten.
Herziening van de beperkingen op het recht van openbare overdracht van werken in wetgeving en bestuur
Tot nu toe was de cultuur in wetgeving en bestuur voornamelijk gebaseerd op papier. Echter, met de vooruitgang in papierloos werken en digitale transformatie (DX), is de behoefte aan het uitwisselen van documenten via digitale netwerkomgevingen toegenomen.
Vóór de herziening stond Artikel 42 van de Japanse Auteurswet (著作権法) toe dat, indien nodig voor gerechtelijke procedures of voor intern gebruik in wetgeving en bestuur, werken gekopieerd konden worden zonder toestemming van de auteursrechthouder, binnen de grenzen van wat noodzakelijk werd geacht. Echter, voor het opslaan in de cloud of het verzenden via e-mail, wat als openbare overdracht wordt beschouwd, was toestemming van de auteursrechthouder vereist.
In het licht van de opbouw van een digitale samenleving, is het nu mogelijk om, binnen dezelfde grenzen als die voor het kopiëren en zonder de belangen van de auteursrechthouder onrechtmatig te schaden, het volgende te doen zonder hun toestemming:
- Openbare overdracht voor intern gebruik in wetgeving en bestuur
- Openbare overdracht voor administratieve procedures zoals voorgeschreven door wetten, zoals patentonderzoeken
Dit is nu toegestaan.
Het uitvoeren van openbare transmissies als interne documenten voor wetgeving en administratie
Wanneer het voor wetgevings- of administratieve doeleinden noodzakelijk wordt geacht om interne documenten te gebruiken, is het mogelijk om binnen de noodzakelijke grenzen werken en dergelijke te verzenden naar het publiek, maar alleen tussen de gebruikers van de interne documenten (gerelateerd aan Artikel 42).
Bijvoorbeeld, in gevallen waar het noodzakelijk is voor de functie van het parlement of de raad, zoals bij de beoordeling van wetsvoorstellen of begrotingsvoorstellen, of bij nationaal onderzoek, of wanneer nationale of lokale overheidsinstanties beleid plannen en formuleren voor zaken waar zij verantwoordelijk voor zijn, wordt het gebruik van andermans werken binnen de organisatie verwacht. Dit kan inhouden dat werken worden gescand of gedownload en opgeslagen op een cloud die toegankelijk is voor medewerkers binnen de afdeling, of dat online vergaderingen worden gehouden met betrokken afdelingen.
Ook vóór de herziening van de auteursrechtwet was het al zo dat, onder Artikel 42, de reproductie van werken die noodzakelijk zijn als interne documenten voor wetgevings- of administratieve doeleinden, kon worden uitgevoerd zonder toestemming van de auteursrechthouder. Echter, als de aard en het gebruik van de werken, het aantal kopieën, en het gebruik ervan in overweging genomen, onredelijk schadelijk zouden zijn voor de belangen van de auteursrechthouder, dan viel dit niet onder de beperkingen van de rechten.
Verder valt onder ‘interne documenten’ bijvoorbeeld materiaal dat noodzakelijk is voor de functie van het parlement of de raad, zoals bij de beoordeling van wetsvoorstellen, begrotingsvoorstellen, of nationaal onderzoek, of wanneer nationale of lokale overheidsinstanties beleid plannen en formuleren voor zaken waar zij verantwoordelijk voor zijn. Dit is alleen toegestaan wanneer leden van de wetgevende macht of administratieve medewerkers, voor een passend doel, binnen hun afdelingen overleg en discussies moeten voeren en dit noodzakelijk wordt geacht.
Het openbaar maken van werken voor administratieve procedures zoals patentonderzoeken zoals bepaald in wet- en regelgeving
In het kader van administratieve procedures voor patentonderzoeken en administratieve beroepsprocedures is het nu mogelijk om, binnen de grenzen van wat noodzakelijk wordt geacht, werken openbaar te maken via openbare transmissie (gerelateerd aan Artikel 41-2 en Artikel 42-2).
Bij online aanvragen en onderzoeken wordt verwacht dat men gebruik zal maken van het scannen of downloaden van andermans werken, die vervolgens worden opgeslagen in het online aanvraag- en beoordelingssysteem, of die per e-mail worden verzonden.
Echter, het openbaar maken van werken is alleen toegestaan ‘binnen de grenzen van wat noodzakelijk wordt geacht’. Het delen of verzenden van het gehele werk wanneer slechts een deel ervan nodig is, overschrijdt deze grenzen en is daarom niet toegestaan.
Daarnaast is het openbaar maken van werken niet toegestaan in gevallen waarin ‘het onrechtmatig schade toebrengt aan de belangen van de auteursrechthouder’, zoals wanneer het bestaande bedrijfsactiviteiten zoals clippingservices zou hinderen. In dergelijke gevallen is de toestemming van de auteursrechthouder of dergelijke vereist, zoals gebruikelijk.
De herziening van de beperkingen op het recht van openbare transmissie van werken in wetgeving en administratie is van kracht geworden op 1 januari 2024.
Gerelateerd artikel: Wanneer is het citeren van video’s toegestaan? Uitleg van de vereisten onder het auteursrecht en jurisprudentie[ja]
Herziening van de berekeningsmethode voor schadevergoeding om effectieve verhaal van schade door piraterij aan te pakken
Bij claims voor schadevergoeding wegens auteursrechtinbreuk is een methode voor het berekenen van de schadevergoeding vastgesteld om de bewijslast voor de auteursrechthebbenden te verlichten.
Echter, bij schadevergoedingsclaims voor schade veroorzaakt door piraterijsites, is het voor de slachtoffers moeilijk om de schade aan te tonen, en wordt er vaak gewezen op het feit dat een adequate schadevergoeding zelden wordt toegekend.
Daarom, net als bij het octrooirecht, is de methode voor het berekenen van de schadevergoeding herzien om de bewijslast voor auteursrechthebbenden in rechtszaken over schadevergoedingsclaims voor auteursrechtinbreuk verder te verlichten en effectieve verhaal van schade door piraterij te bewerkstelligen:
- Erkenning van een bedrag gelijk aan de licentievergoeding gebaseerd op het aantal overgedragen inbreukmakende producten
- Verduidelijking van de factoren die in overweging worden genomen bij de licentievergoeding
Deze aanpassingen zijn doorgevoerd.
Erkenning van een licentievergoeding gelijk aan het aantal overgedragen inbreukmakende producten
De berekening van schadevergoeding omvat nu ook een licentievergoeding voor het deel dat de verkoopcapaciteit van de auteursrechthouder te boven gaat. Dit maakt het mogelijk om schadevergoeding toe te kennen voor gederfde inkomsten door het verlies van licentiemogelijkheden, zelfs wanneer de verkopen van de inbreukmaker de verkoopcapaciteit van de rechthebbende overschrijden (gerelateerd aan Artikel 114).
Wat betreft de bepalingen voor het berekenen van schadevergoeding op basis van het aantal illegaal verkochte producten, is het nu mogelijk om schade te berekenen inclusief een licentievergoeding voor het deel dat de verkoopcapaciteit van de auteursrechthouder etc. overschrijdt, waarbij dit deel voorheen werd afgetrokken van de schadeberekening.
Verduidelijking van de factoren die meewegen bij de berekening van een licentievergoeding
Bij de berekening van de schadevergoeding, die overeenkomt met de licentievergoeding, is nu gespecificeerd dat men rekening kan houden met het bedrag dat waarschijnlijk zou zijn overeengekomen in onderhandelingen op basis van de veronderstelling dat er auteursrechtinbreuk heeft plaatsgevonden (gerelateerd aan Artikel 114).
Daarnaast, bij de vaststelling van de licentievergoeding door de rechtbank, zijn er bepalingen opgesteld die verduidelijken dat men factoren zoals het onbeperkt gebruik maken van het auteursrecht door inbreuk, in vergelijking met een algemene licentievergoeding onder bepaalde voorwaarden (zoals gebruiksduur en -bereik), kan meewegen als een verhogende factor.
Volgens de Japanse Auteursrechtwet is het mogelijk om zowel strafrechtelijke als civielrechtelijke maatregelen te nemen in geval van inbreuk op auteursrechten door bijvoorbeeld piraterij.
Wat betreft strafrechtelijke sancties voor inbreukmakers, zijn er straffen zoals ‘een gevangenisstraf van maximaal 10 jaar of een boete van maximaal 10 miljoen yen, of beide’ (voor rechtspersonen een boete van maximaal 300 miljoen yen) vastgesteld, en met name de gevangenisstraf is verzwaard van ‘maximaal 5 jaar’ naar ‘maximaal 10 jaar’ door een wijziging in het jaar Heisei 18 (2006).
Aan de andere kant, in het civielrecht, hoewel de huidige wet speciale regels voor de berekening van schadevergoedingen vaststelt, is erop gewezen dat de berekeningsbasis aftrekposten bevat voor de verkoopcapaciteit die de auteursrechthouder te boven gaat, wat kan resulteren in een onvoldoende compensatiebedrag.
Daarom, met de recente herziening, is de berekening van de schadevergoeding herzien en is nu gespecificeerd dat men de licentievergoeding die overeenkomt met de verkoopcapaciteit die de auteursrechthouder te boven gaat, kan toevoegen aan de compensatie, waardoor een verhoging van de schadevergoeding mogelijk wordt.
Deze herziening van de berekeningsmethode voor schadevergoedingen, bedoeld om effectieve verhaalsmogelijkheden te bieden tegen schade door piraterij, is op 1 januari 2024 in werking getreden.
Gerelateerd artikel: Juridische maatregelen bij auteursrechtinbreuk ‘Fast Movies’ op YouTube[ja]
Gerelateerd artikel: Schadevergoeding van 500 miljoen yen… Wat is de juridische verantwoordelijkheid van ‘Fast Movies’? Een advocaat legt strafrechtelijke en civielrechtelijke verantwoordelijkheden uit[ja]
Nieuwe arbitrageregeling voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal
Het spreekt voor zich dat wanneer men gebruik wil maken van het werk van iemand anders, men in principe toestemming nodig heeft van de auteursrechthebbende. Echter, het is ook een feit dat er veel werken zijn waarvan de rechthebbende onbekend is of waarbij de wil om het werk te gebruiken niet kan worden vastgesteld.
Om dergelijke problemen op te lossen en het gebruik van oude werken en door gewone mensen gecreëerde content te vergemakkelijken, worden de volgende maatregelen genomen:
- Vereenvoudiging van het gebruik van werken waarvan de intentie van de auteursrechthebbende niet kan worden vastgesteld
- Vereenvoudiging van procedures door een nieuw arbitrageregime en andere maatregelen via een centraal aanspreekpunt
Deze worden uitgevoerd.
Bijvoorbeeld:
- Wanneer men oude werken wil digitaliseren voor een digitaal archief en men kan geen contact krijgen met sommige auteursrechthebbenden of hun identiteit is onbekend, waardoor de rechten niet geregeld kunnen worden
- Wanneer iemand content wil gebruiken die door een amateur-auteur op een website is geplaatst, maar er geen manier is om toestemming aan te vragen of er komt geen reactie op contactpogingen
- Wanneer een werk meerdere auteursrechthebbenden heeft en het niet mogelijk is om met sommigen van hen in contact te komen
Dit zijn de verwachte scenario’s.
De invoering van dit nieuwe arbitrageregime zal, rekening houdend met de tijd die nodig is voor bekendmaking, binnen drie jaar na de bekendmaking (26 mei 2023) in werking treden op een bij regeringsbesluit te bepalen datum.
Het vergemakkelijken van het gebruik van werken waarvan de intentie van de auteursrechthebbende niet kan worden vastgesteld
Door digitalisering is het creëren, verspreiden en gebruiken van content eenvoudiger geworden, en niet alleen professionals, maar ook gewone mensen creëren content die op het internet wordt gepubliceerd. Ook is er een toename in de vraag naar het nieuwe gebruik van oudere werken. Echter, er zijn uitdagingen zoals het niet altijd kunnen bereiken van de auteursrechthebbenden, wat niet altijd leidt tot een soepel gebruik van deze content.
Wanneer iemand onbeheerde gepubliceerde werken (werken waarvoor geen gecentraliseerd beheer bestaat en waarvan de informatie over de toestemming van de auteursrechthebbende niet gemakkelijk te bevestigen is) wil gebruiken en de intentie van de auteursrechthebbende niet kan vaststellen, zelfs niet na het nemen van de nodige stappen, kan die persoon “met de goedkeuring van de Commissaris van het Japanse Agentschap voor Culturele Zaken en door het storten van een compensatiebedrag, het werk gebruiken voor een door de goedkeuring bepaalde periode” (gerelateerd aan Artikel 67-3).
Dit is een nieuw goedkeuringssysteem dat sneller gebruik mogelijk maakt door een vereenvoudigde procedure in vergelijking met het huidige systeem. Aangezien het systeem zich richt op de aan- of afwezigheid van de ‘intentie’ van de auteursrechthebbende, maakt het gebruik mogelijk tot er een claim van de auteursrechthebbende is, terwijl het ook de kans biedt om de intentie van de auteursrechthebbende te bevestigen. Wettelijk is de maximale gebruiksperiode vastgesteld op drie jaar (na drie jaar kan de aanvraag worden vernieuwd).
Auteursrechthebbenden kunnen de Commissaris van het Japanse Agentschap voor Culturele Zaken verzoeken om deze goedkeuring te annuleren, en na annulering is het niet meer mogelijk om het werk onder dit systeem te gebruiken, maar de auteursrechthebbende kan wel de compensatie ontvangen.
Echter, bij het annuleren van de goedkeuring moet worden bevestigd dat de partijen in staat zijn om licentieonderhandelingen te voeren, dus als de gebruiker het gebruik na annulering wil voortzetten, moet er onderhandeld worden over een licentie met de auteursrechthebbende. Na het verzoek is het ook mogelijk om het gebruik voort te zetten op basis van licentieonderhandelingen.
Vereenvoudiging van procedures door nieuwe arbitrageregelingen via contactorganisaties
Met de oprichting van een nieuw arbitrageregime worden procedures versneld en vereenvoudigd, en om een correcte procedurele afhandeling te waarborgen, kunnen door de Japanse Agency for Cultural Affairs aangewezen en geregistreerde private instellingen optreden als aanspreekpunt voor gebruikers om de procedures te beheren.
De organisaties die als aanspreekpunt fungeren, worden afhankelijk van de uit te voeren werkzaamheden en functies, onderverdeeld in twee categorieën: ‘Aangewezen Compensatiefondsbeheerorganisaties’ en ‘Geregistreerde Bevestigingsorganisaties’.
Aangewezen Compensatiefondsbeheerorganisaties zullen de volgende taken uitvoeren:
- Werkzaamheden met betrekking tot de ontvangst van compensatie- en zekerheidsgelden bij het gebruik van werken onder het arbitrageregime voor onbekende auteursrechthouders (Artikel 67), gebruik tijdens arbitrageaanvragen (Artikel 67-2), en het nieuwe arbitrageregime (Artikel 67-3).
- Werkzaamheden met betrekking tot het beheer van ontvangen compensatie- en zekerheidsgelden.
- Werkzaamheden met betrekking tot de betaling van compensatie- en zekerheidsgelden aan auteursrechthouders en dergelijke.
- Werkzaamheden met betrekking tot de bescherming van werken en het bevorderen van het soepel gebruik van werken en creatieve activiteiten (Activiteiten ter bevordering van de bescherming en het gebruik van werken).
Geregistreerde Bevestigingsorganisaties zullen namens de Japanse Agency for Cultural Affairs de volgende taken uitvoeren:
- Administratieve taken met betrekking tot de ontvangst van aanvragen voor het nieuwe arbitrageregime.
- Bevestiging of een aanvraag voldoet aan de vereisten van het nieuwe arbitrageregime (vereistenbevestiging).
- Berekening van een bedrag dat overeenkomt met de normale gebruiksvergoeding (berekening van de vergoedingsequivalent).
Wanneer de intentie van de auteursrechthouder of dergelijke met betrekking tot het gebruik van een gewenst werk niet kan worden vastgesteld, dient men een aanvraag voor een nieuwe arbitrage in bij een Geregistreerde Bevestigingsorganisatie die geregistreerd is door de Japanse Agency for Cultural Affairs. De Geregistreerde Bevestigingsorganisatie die de aanvraag ontvangt, zal de vereistenbevestiging en de berekening van de gebruiksvergoeding uitvoeren en dit doorsturen naar de Japanse Agency for Cultural Affairs.
Op basis van de bevestigingsresultaten van de Geregistreerde Bevestigingsorganisatie, wanneer de Japanse Agency for Cultural Affairs een nieuwe arbitrage vaststelt, wordt tegelijkertijd het bedrag van de compensatiegelden die de gebruiker moet betalen bepaald. Door deze compensatiegelden te betalen aan de door de Japanse Agency for Cultural Affairs aangewezen Aangewezen Compensatiefondsbeheerorganisatie, kan de gebruiker het aangevraagde werk gebruiken.
Samenvatting: Raadpleeg een advocaat bij schade door piraterij
Een belangrijk aspect van de herziening van de Japanse Auteursrechtwet in het jaar Reiwa 6 (2024) is de herziening van de methode voor het berekenen van schadevergoedingen, om effectieve verhaal van schade door piraterij en dergelijke te bewerkstelligen. Door de berekeningsmethode expliciet te maken, wordt nu ook de gederfde winst die voorheen werd uitgesloten omdat deze de verkoopcapaciteit van de rechthebbende overtrof, opgenomen in de schadevergoeding.
Wanneer uw auteursrechten worden geschonden door piraterijsites, raden we u aan om zo snel mogelijk een advocaat te raadplegen voor herstel van de schade.
Maatregelen van ons kantoor
Monolith Advocatenkantoor is een juridische firma met een hoge mate van specialisatie in IT, en in het bijzonder internetrecht. In recente jaren heeft intellectueel eigendom, vooral auteursrecht, veel aandacht gekregen. Ons kantoor biedt oplossingen op het gebied van intellectueel eigendom. De details vindt u in het onderstaande artikel.
Expertisegebieden van Monolith Advocatenkantoor: IT- en intellectueel eigendomsrecht voor diverse ondernemingen[ja]